Natte voeten tocht


Eind november, de temperatuur begint al wat te zakken.
De takken hebben de greep op hun verdorde blad meestal al verloren.
Trek erop uit voor een voorzichtige eerste test door koud en nattigheid.
Verderop in de week gaat hier de eerste sneeuw vallen.  
Ben dan al weer thuis. Iemand wordt naar zijn laatste rustplaats begeleid en wil erbij zijn. Twee gebeurtenissen die stilistisch met elkaar verbonden worden door een lied van Jan de Wilde 



Waarom ik per se met natte voeten wil lopen?
In de overgang van de zomer naar de winter wil ik Lapland gaan verkennen.
Sinds ik een tweetal jaar mijn tochten op trailrunners probeer te lopen zal mij dit voor nieuwe uitdagingen plaatsen.
In principe zouden hoge GTX sokken kunnen volstaan maar ik vertrouw die sokken toch niet helemaal.
Meer dan eens lees ik dat ze sneller lekken dan gedacht. Ik kan dus beter voorbereid zijn op natte voeten. Bij wijze van experiment  zal ik mijn summit kousen van Bridgedale
dragen op een stel flyroc 310 van inov-8.  Plus een paar korte zelfbouw getten uit codura 500 om te vermijden dat er zooi langs boven binnen komt. De GTX kousen van Rocky draag ik eenmaal de bivakplaats bereikt.
Trek naar de hoge venen die na Joery's reportage zeker aan populariteit zullen winnen. Beperk me tot het gebied waar ik nog wat oude kaarten van heb liggen.
De 50/1-2 van regio Sart-Xhoffraix herzien in 1987 en de wandelkaart “aan de rand van de venen” uit 1996.
Zwicht onder de  lichte druk van het thuisfront, die mij gek verklaren dat ik de eerste bus naar Antwerpen wil nemen waardoor ik pas rond 9uur de deur uit ga.
















Maandagmiddag in Eupen zoek ik de Helle die ik op de voet kan blijven volgen.
Van het eerste stuk heb ik geen kaart maar ik hoef alleen maar de GR-markeringen te volgen. Stuit al vlug op aanplakborden met jachtdata. Ik heb geluk en kan zonder probleem het  Hertogenwald in.
Steek een paar uur later via de brug de Helle over. Om 16.30u hou ik het voor bekeken als ik mijn tarp op een kiezelstrandje naast het water neerpoot. Wissel van sokken.
Mijn eten is sobere kost. Poeder voor één liter soep, zakje couscous van 100gr aangelengd met 500 ml kokend water. Spoel mijn kousen uit in het bruine water.
Turf laat zich niet tegenhouden door het gaas van mijn schoenen.  Het idee om de GTX kousen aan te houden in de quilt laat ik varen.
Ze slorpen teveel water op langs de buitenkant .
Slapen is een probleem. Het wordt stilaan een traditie dat ik met hazenslaapjes de lange nacht probeer door te komen.
Moet nog wennen aan de sombere kil en natte omgeving waarvan ik denk dat dit  in Lapland hoogstens het voorgerecht zal zijn.
 
 Het opkomend licht in de ochtend doet mij zin krijgen. Eet mijn muesli mengsel op en ga op stap. In principe zou ik doorsteken naar Mont Rigi maar bij Pont Marie Anne Libert  wordt ik verzocht om afscheid te nemen van de Helle en ze loodsen me langs de oostkant van de venen richting zuiden. Tussendoor heb ik al tot de knieën in een veenpunt gezeten. Vergeten te peilen met mijn stok.
Bereik gemakkelijker dan gedacht het begin van rau de Ghâster om dan later NW naar de ‘bron’ van Rau de Bayehon te lopen. Bij de brug trekt het open en  zie ik de blauwe lucht. Een koppel kijkt me vreemd aan wanneer ik midden de stroom ga staan om zoveel mogelijk modder uit de broek en schoenen te spoelen. Voorbij de waterval dient zich, wanneer ik door loofbos loop een aantrekkelijk stuk aan. Later brede boswegen met links en rechts een kaalkap om bij Pont de Bèleu voor even de GR markering langs de Polleur op te pikken.
 Steek door naar het begin van Rau de Statte.
Moet mij tevreden stellen met een eerder armtierig plekje langs het water voor een bivak.
Een zacht bed van dennennaalden maar onaantrekkelijk omdat ik omringd ben door een dicht donker naaldbos.
Spoel opnieuw mijn schoenen en sokken uit. Ik merk dat de wol toch vrij ruw aanvoelt en dagenlang aan de voeten geeft mij dit gegarandeerd schuurwondjes. 
Een fijne ondersok lijkt noodzakelijk.
Koud heb ik het niet wanneer ik de droge sokken aan heb maar ik voel aan de tinteling en het wat voze gevoel onder de zolen dat de nattigheid en koude toch al zijn effect heeft.
Hoe het verder gaat evolueren, daarvoor zal deze tocht te kort zijn.
De temperatuur zit rond de 7°C. Morgen gaat hij in principe nog wat zakken.
 De volgende dag een korte vloek wanneer ik merk, amper 500m verder dat ik door een mooi
open beukenbos loop met een vlakke ondergrond.
Het valleitje van de Statte wordt er alleen maar mooier op. Tal van aanpassingen om het de wandelaars gemakkelijk te maken. Ondanks de steile helling rechts zie ik nog tal van mooie bivakplekken.
In plaats van de GR op te pikken richting Hoëgne loop ik nog even door naar Solwaster  waar gemeentearbeiders een lading kerstbomen lossen.
Hou er flink de pas in tot Passerelle de Bell-Hé om dan mijn tijd te nemen onderweg tot Passerelle du Centenaire waar ik nog een paar happen tourbrood binnen werk. De temperatuur is inmiddels gezakt tot 4°C. Ik draag over mijn basislaag een silnylon dampremmend/windblokkerend jasje en verder een vrij dunne fleece.
Blijf de Hoëgne volgen over een breder pad om het modderig parcours langs de Polleur terug op te pikken.
Fagne de Polleur, een natuurgebiedje voor het brede publiek, van kinderwagens tot rolstoelen rond ik wijzerszin. Leer nog wat bij over de turfstekers. Bij het waarnemingsstation staat de thermometer op 2°C. Mijn lijf heeft het nog warm genoeg maar met mijn handen gaat het minder. Wachtend op de bus naar Eupen heb ik de grootste moeite om mijn jas en ritssluiting dicht te krijgen en de handschoenen uit de rugzak te vissen. Alle kracht is eruit.
Niet goed bezig geweest.
Veel woorden voor een vrij korte tocht.
Een wat langere ervaring van het lopen op trailrunners bij kou en nattigheid is op het blog van Willem te lezen.

fotoalbum 

Reacties

Populaire posts