Padjelantaleden op ski's

Periode: 11-26 maart 2016

Het zat eraan te komen, dat het deze keer opnieuw een lastige zaak zou zijn om doorheen Sarek te trekken.
De weerberichten voorspellen niet veel goeds.
Rukwinden en veel te zacht weer voor de tijd van het jaar.
Nog beter dan vorig jaar me voorbereid om mijn materiaal in orde te krijgen na het debacle van vorig jaar waar ik al op de eerste dag met natte sokken zat.
Nu extra gezorgd om dat beter geregeld te krijgen.
Helaas moest ik binnen de verhuur opnieuw gebruik maken van de schoenen van vorig jaar.
Ging de schoenen goed op tijd halen zodat ik een oplossing kon bedenken wanneer er nattigheid
in plaats van sneeuw zou vallen.
Ik had nog een stel getten liggen die ik had gebruikt voor een eerdere wintertocht op trailrunners.
Ze overkapten de bot perfect zodat de naden afgeschermd werden.
Ik had mij ook een stel VBL sokken gemaakt maar moest eenmaal onderweg al snel ondervinden dat de tape niet goed bleef hechten op de gecoate nylonstof.
Een marginaal probleem omdat ik genoeg plastiek zakken bij had als alternatief.
Vooruitlopend op het verhaal.
Geen enkel moment op heel de tocht zat ik met bevroren schoenen opgescheept.
Wat een zaligheid ipv dat gehaspel vorig jaar.
De busmaatschappij is toch gezwicht vanuit het publiek en de hut in Ritsem en besloot
-zij het met een kleinere bus en extra kosten voor het vervoer van een pulka-
door te rijden terwijl eerst beslist was om bij Stora Sjofallet te stoppen.
Het sluiten van de busverbinding zou een ramp zijn omdat dan de hut naast personenvervoer ook voor het transport van goederen zou moeten zorgen.
In Stockholm genoeg tijd om brandstoffen te gaan inkopen.
De reis naar het noorden verliep voorspoedig.
Het is aan te bevelen om naast de trein ook het busticket te boeken. Zo ben je verzekerd dat je de aansluiting niet mist.
Kort na de middag installeerden we ons in de hut. Tijd genoeg om ons gerief in orde te krijgen.
Het onthaal en het winkeltje is van het hoofdgebouw verplaatst naar het slaapgebouw. De manier om de inkomsten wat op te trekken.
Behulpzaam genoeg als ze ons het meest recente weerbericht afdrukken maar ik geloofde de veel te optimistische cijfers van yr.no niet omdat ze geen melding maakten van de voorspelde rukwinden zoals op de smhi.se site.
Een geluk dat dit een tochtje in groep was zodat
-hoe stom kan een mens zijn-
ik gebruik kon maken van de branders van mijn tochtgenoten.
Branderkop ligt nog thuis. Ik zie hem in mijn hoofd nog prijken op de gasbus die op de tuintafel staat.
Op het laatste moment nog een stuk band moeten inkorten met een verhit plamuurmes.
Een testrondje op het meer dreef Veerle tot waanzin na haar avontuur van vorig jaar toen ze ook bij veel te zacht weer met sneeuwopbouw op de vellen werd geconfronteerd.
Nu was het opnieuw van dat.
Ze had de kat de bel al aangebonden met de verhuurder en tegen alle geruststellende gedachten in van hem, toch voor ieder van ons wax besteld.
Ze zijn bij deze zachte natte toestanden zeker een aanwinst gebleken.



Dag één:

Inmiddels is het al de derde keer dat ik het meer oversteek richting Akkastugan.
Bij de eerste hut zat een oude bekende. De altijd goed geluimde, niet zo rimpelloos en erg tanig maar kranige tante van twee jaar geleden.
Ze liet ons de kans om in de hut wat te eten (sloot hiervoor even de ogen zodat ook ons geld op zak kon blijven) en zocht op onze vraag de laatste weerberichten op.
Alsof we hoopten op een mirakel.
Anderhalf uur verder op de gemarkeerde route besloten we een eind van het pad de tenten op te slaan.
Het duurde een tijdje eer de vrij losse sneeuw voldoende aangedrukt en uitgehard was om voor een goed draagvlak te zorgen.
Tegen de avond verdween de Akka volledig uit beeld.
Mijn tochtgenoten waren toen al tot de conclusie gekomen dat de schoenen erg veel vocht opslorpten.
Voor een huttentocht valt dat nog te redden omdat je ze ieder dag kan drogen en ontdooid aan de voeten kan schuiven.
De algemene conclusie op het eind was er toch een dat je uiteindelijk best toch persoonlijk gerief hebt. Zeker wat de schoenen betreft.
Zodat je weet wat je ervan kan verwachten.

Dag twee:
 
We beslisten om naar Kutjaure te trekken. 
Daar gaan we stand van zaken opmaken en verwachten nog een laatste bericht van onze weerman te krijgen die een paar dagen later,
zelf zou vertrekken voor een nog grotere onderneming wanneer hij de Hayduke gaat lopen.
Op het meer waren we een Vlaams koppel tegen gekomen die hun laatste dag op de Padjelantaleden zaten. Hebben in hutten geslapen.
Droegen geen tent of bivakzak mee. Een risico als je het mij vraagt.
In de hut een Duitser die ook aan zijn laatste dagen bezig was. Hij had in Kvikkjokk besloten om over te schakelen op de Padjelantaleden omdat hij in dat dorp ook was afgeschrikt voor berichten van slechte sneeuwkwaliteit en lawinegevaar.
Vermits hij solo onderweg was koos hij het zekere voor het onzekere en liet Sarek voor wat het was.
Hij had net als wij, toen we zijn verhaal hoorden, de bedenking dat het toch wel een stuk risicovoller is om zonder back-up in de vorm van een tent te vertrekken mocht je de hut door een of andere reden niet kunnen bereiken.

Een historisch hoge temperatuur van 7°C en het regent.
Later op de week zou het beter worden. Lichte sneeuw en ook de wind zou gaan liggen.
Kunnen we wel zo lang wachten?
In tussentijd werd in het hoofd en zonder veel woorden stilzwijgend de conclusie gemaakt dat we ook
op de Padjelantaleden gingen blijven.

Dag drie:
 
We bleven nog een dag uitregenen.
Enkel af en toe naar buiten voor wat hout of voor een toiletbezoek.
De Duitser ziet er tegenop om de hut te verlaten maar besluit tegen de middag om toch te vertrekken.
We overlopen nog met hem de route die hij heeft genomen en raadt ons aan niet klakkeloos de zomerroute te volgen want dat is 'the hard way'.

Hij is er niet direkt een van de lichtgewicht strekking maar ik heb toch maar verlekkerd zitten te kijken naar zijn husky-75 van www.lundhags.se/ , speciaal op maat gemaakt voor zijn grote voeten.
Hij was er lovend over.
De vilten binnenschoenen zijn alvast een stuk gemakkelijker op temperatuur te houden.
Ik zie wel dat hij enige moeite had om de schoen vast te klikken en hij bekloeg er zich over dat de binding slijtage veroorzaakt aan de rubber stootrand.
Kevin programmeerde de route in Veerle's GPS, een 64S van Garmin.
De komende dagen neemt hij voornamelijk de leiding eenmaal onderweg.

Dag vier:

Het zit nog steeds dicht wanneer we vertrekken.
Een trage start wanneer we eerst de brug over moeten  naar het zuiden.
De rivier is nog niet gans bevroren.
We steken de heuvel over, langs de uitlopers van Gadotjahkka tot de bruggen die een oversteek van de Vuojatadno mogelijk maken.
Ook die rivier is nog niet gans dicht.
Het kost wat tijd om de oversteek te maken.
De geperforeerde metalen platen van de brug zijn te ruw om de slee er zomaar over te slepen.
We nemen een korte pauze om wanneer de lijven het weer wat koud krijgen terug op stap te gaan.
We volgen de kustlijn. Het brokkengebied waar de zomerroute loopt werd afgeraden omwille van te weinig sneeuw.
De zachte dagen met regen en wind hebben ervoor gezorgd dat delen van de kustlijn bij Vasstenjavrre sneeuwvrij zijn geworden. De nederzettingen zijn verlaten.
Via een sneeuwophoping en een neergehaalde rendier draad geraken we aan de overkant.
Laveren eerst nog even door de lage struikzone om dan gewoon opnieuw de draad op te zoeken en hem tot Laddejakkastugan te volgen.
We zijn de enige en in het logboek van de hut staan voor 2016 nog niet veel namen neergeschreven.
De hut heeft naast een petroleum lamp ook licht van een zonnepaneel die een 12V accu voedt.
Voor lui met grote honger naar energie voor hun apparaten: met een sigaretten stekker met USB poort kan je gemakkelijk energie aftappen.

Dag vijf:


We volgen de rivier en steken over via de brug om dan naar het zadel tussen de twee toppen te trekken.
We blijven op het zomerspoor.
De beperkte ski vaardigheden maken dat de afdaling niet van de poes is en veel trager verloopt dan verwacht.
Vandaag test Veerle mijn eigen touwsysteem terwijl ik met haar stangen pulka de doorsteek maak.
Bergaf geeft de slee je inderdaad extra snelheid.
Iets dat je niet wil wanneer het ontbreekt aan praktijkervaring.
Het gevangen zitten in dat buizensysteem ervaar ik als hinderlijk.
Ik ben de touwen en het gevoel van vrij bewegen bij een stop zonder de gordel uit te doen al zo gewoon dat ik mij nog niet zo snel zie veranderen.

Eenmaal de Mielladno over, dat kan via de rivier zelf, gaan we in een grote boog naar Arasluokta. Zo vermijden we de extra klim. De laatste kilometers gaan over het meer. De wind blijft nog altijd stevig waaien.
Al dan niet in de hut slapen?
Dat is niet doorgesproken al verlangen we allemaal hetzelfde.
De kap wordt van de gasstoof uitlaat gehaald en binnen wordt het warm gestookt.

Dag zes:

Vandaag wordt er stevig afgeweken van de zomer route tot Staloluokta.
De helling ten noorden van Stuor Dijdder is te geaccidenteerd en verijsd.
In aanvang was het plan om via het meer Dijdderjavrre ZW af te dalen tot Virihaure. Dijddervavrre lag dieper dan verwacht terwijl er een mooie smalle vallei liep tot het schiereiland ter hoogte van Garddaluokta zodat we na een klim ons langzaam tot de oever konden werken.
Een korte pauze in het zonnetje.
Weinig referentie over de draagkracht van het meer.
In de aanloop werd wat losjes gepraat met elkaar wat er moest gebeuren, mocht het ijs breken.
Een echt plan hadden we niet en ik ging voorop door het symbolisch mijnenveld dat nooit verontrustte
en toen er zelfs een scooter spoor werd teruggevonden kon het relax, tegen het eind wat eentonig richting Staloluokta.
Dan pas valt op dat de westkant weinig mogelijkheden heeft om veilig af te dalen naar het meer.
De hoek aangeduid op de kaart met Nuortap Gabddaluokta lijkt wel nog een haalbare optie.
In aanvang was overwogen om de centrale top langs rechts te ronden maar door de sneeuwval van de laatste dagen hebben we ons plan bijgestuurd.
Die avond kregen we bezoek van een Zweed die na wat plichtsplegingen en een algemeen praatje zijn kassa boven haalde en we mochten afrekenen. In tussentijd had hij al een idee van onze vorige dagen en gelijk werd ook de vorige hut afgerekend.
Hij had het over zijn zoon die in de volgende hut de dienst uitmaakt en controleert of er mensen blijven slapen.
Eerder op onze tocht hadden Veerle en Kevin al hun frustraties laten horen over de houding van een naar geld hongerige Zweed die ze ooit hadden aangetroffen in die bewuste hut.
Die deed er alles aan om zoveel mogelijk geld te scoren eenmaal iemand nog maar in de buurt van de hut kwam.
Ze kwamen tot besluit dat dit de zoon was waar de Zweed naar verwees.
Het was even schrikken toen we hoorden dat de prijzen voor 2016 inmiddels waren opgetrokken tot 420 kronen.
De stemming sloeg al helemaal om toen hij vertelde dat er tussen hier en Kvikkjokk een scooter spoor liep. Hij deed er twee tot drie uur over verklaarde hij.
de mythe dat we een uitdagend traject af aan het leggen waren vielg gelijk in duigen.
Waarom niet overschakelen op de Nordkalottleden?
Opties werden onderzocht tot de verdwazing terug plaats maakte voor het reëel gegeven dat we hier toch bezig waren met iets dat ook nu weer niet met de vingers in het neusgat kan gebeuren.
Het weer begon stilaan te beteren.
De prijzen van de hutten sloegen diep in op onze portemonnee.
Door vanaf nu te gaan kamperen zal het heus geen wandeling in het park zijn.

Dag zeven:

We blijven langds de noordkant van Luoppa. Zo gaat het naar Gieddavrre om dan grotendeels de lijn te volgen die de rivier heeft gemaakt.
Zo gaat het langzaam bergop richting plateau.
Waar de wind de sneeuw heeft verdreven blijft een verijsde ondergrond achter.
Zo gaat het tot een vervallen Sami hut.
Onder slechter wordend weer trekken we door naar Tuottarstugan.
In de luwte van de gebouwen houden we een korte pauze.
Ik was er niet gerust in dat we in deze verijsde omgeving een plek zouden vinden met een dik genoeg sneeuwveld om de tent op te verankeren.
Uiteindelijk, kort na het verlaten van de hutten kwamen we in een kom waar er in de luwte genoeg sneeuw was verzameld.
Ik had nog weinig zin om verder te trekken;
We moesten ook vrij kort bij elkaar blijven om elkaar niet uit het oog te verliezen.
Kevin had het over de koninginnen etappe van de Padjelantaleden die nu door gebrek aan uitzichten gedegradeerd werd.
De voortent van Kevin's paleis werd tot keuken omgedoopt.
Veerle kreeg haar leermoment toen ze in de nabijheid van een bulderende benzinebrander haar gasblik
-nog in omgekeerde stand-
wilde losschroeven van de staander.
Met een flinke steekvlam tot gevolg.
Gelukkig zonder al teveel erg.
Haar reflexen waren nog uitstekend.
Bij de afdaling naar Tarraluoppalstugan zou de slee ons vast aanporren om er de snelheid in te houden, vandaar dat we een alternatief bedachten door naar het zuiden te trekken via de verschillende meren om dan de rivier Riggoajvejahka te volgen tot zuidelijk van de hut.

Dag acht:

We zaten het grootste deel van de dag in een white out.
Er zijn sneeuwbrillen en er zijn briljante sneeuwbrillen.
Veerle had er zo een. Alleen de bril van Veerle zag net iets meer als die van de heren zodat zij het voortouw nam.
Onderweg verraderlijke afzonken die bijna blind werden genomen.
Eenmaal bij Riggoajvejahka begon het open te trekken.
In het oosten was doorheen alle wit een nog witte verschijnsel op te merken dat zich aftekende tegen de horizon.
Vreemde wolkenpartij? dacht ik.
"Is het een vogel, is het een vliegtuig...?"
waarbij Kevin broodnuchter aanvulde met: "Nee, gewoon de hoge toppen van Sarek."
Bij mezelf de constatering dat ik het gebied waar het allemaal om zou draaien deze tocht al een ver verdrongen item was geworden.
De vertering van een derde misser is al volop bezig.
De lucht trok verder open en dan zag ik het ook.
Witter dan wit, geen enkel nuance te zien in het vlak.
Een geluk dat er nog wat sneeuw was gevallen anders zou het bijna onmogelijk zijn geweest om zonder stijgijzers af te dalen langs de verijsde ondergrond tot onder in het dal.
Een enkele keer liet Veerle haar pulka de vrije loop naar beneden die dan net als een schansspringer in volmaakte balans wat meters door het ijle vloog wanneer een depressie overbrugd moest worden.
Beneden het geronk van sneeuwscooters. het jachtseizoen op de sneeuwhoenders is nog open.
De vereisten van Kevin waren dat hij
-en dat stond als een paal boven water vast-
dat hij zou overnachten ver uit het zicht van Tarraluoppalstugan.
Alleen maar kijken naar de hut leek aversieve reacties op te roepen.
Nee, zoonlief is in zijn geval nog niet verteerd.
Hij moest maar eens in zijn dromen terug keren.
De zon stond al laag toen we klaar waren met het prepareren van de ondergrond en de tenten waren opgezet.
Zoals altijd kroop ik vroeg in mijn bed.

Dag negen:

Een dag zonder moeilijkheden. We bleven Tarradalen volgen. Het scooterspoor bleef rechts van de rivier.
We volgden tegen het eind enkele sporen die zich verwijderden van de rivier.
Staken de bevroren rivier over tot de hut waar Veerle zich installeerde om te bekomen, te eten en haar gerief te drogen.
Kevin en ik keren terug naar de overkant en namen onze tijd om de tenten op te stellen.
Ik probeer de parachutes uit silnylon uit als sneeuwanker. Een systeem dat perfect zijn werk deed
als is het waarschijnlijk een stuk eenvoudiger om gewoon een stel sneeuwpiketten mee te nemen en die naargelang de omstandigheden van het moment toe te passen.
Ik leen de MSR windpro van Veerle en kom tot de conclusie dat dit een heel stabiel brander is en eenmaal aangestoken, in enkele seconden in omgekeerde blik modus kan worden gezet.
Dit kan niet gezegd van de eigen zelfbouw aanpassing van mijn snowpeak GT100 branderkop.
We genieten nog even van wat zonlicht en met een open hemel bereiden we ons voor op een koude nacht.
Gegeven het feit dat we op de bodem van de vallei staan.
Ik probeer nog wat water te pakken te krijgen uit een wak in het ijs maar staak mijn poging omwille van "te riskant".

Dag tien:

-25°C bij benadering vertelde de huttenwaard. Het was te merken aan het gasblik dat in de voortent was blijven liggen. Produceerde maar een heel zwak vlammetje. Geen gasdruk meer. Eenmaal omgekeerd en de brander en gasbus heel close bij elkaar vormden de twee een compleet stel.
Mijn handschoen systeem blijft waardeloos.

Ik moet langer dan nodig de dikke vingerhandschoenen uit doen om het kleine vingerwerk tot een goed einde te brengen.
Geen blaren maar mijn beschadigde vingertoppen van vorige keer hebben opnieuw een kleine tik gekregen.
Ik leende de volgende dag een paar aspirines van Veerle om mijn bloed te verdunnen.
Het weer blijft aantrekkelijk.
Het landschap laat zich bewonderen.

Ik verzoen me met de gedachte dat door deze vallei lopen ook niet echt een straf is al blijft het daardoor toch wat zuur klinken.
Qua oriëntatie zal de hoofdvallei van Sarek een stuk simpeler zijn geweest.
Het gebrek aan ondersteuning, daar zit de uitdaging in.
We eindigen onze dag bij Tarrekaistugan.

Ik zet me een 900 m verder langs de rand van het meer, in de buurt van een hutje met nog een dikke bussel rijshout dat wordt gebruikt om de winterroutes te markeren.
Kevin en Veerle slapen binnen. Bijtanken en het gerief een laatste keer te drogen.
Kevin heeft iets teveel in zijn slaapzak geademd.
Deze avond slaap ik opnieuw buiten. Ik heb mijn slaapsysteem goed onder controle.
Mijn slaapzak heeft zo goed als niets van zijn puff verloren.

Dag elf:

Het is eerder terloops dat de huttenwaard vertelt dat goede vrijdag een feestdag is.
Waar in eerst instantie een relaxte dag werd gepland met nog een extra overnachting kort voor Kvikkjokk moeten we er stevig de slag inhouden wille we voor het donker thuis zijn.
Ik beslis om de ski's op de pulka te binden en al stappend ver te gaan.
Dat gaat vlugger dan schuiven over de verijsde ondergrond.
De sneeuw is stevig aangedrukt door alle verkeer.
Later is iedereen gevolgd.
Een outdoor organisatie met in een lange rij, op sneeuwschoen sloffende mensen die het avontuur tegemoet gingen.
Echt overbodig en het gaat niet vooruit.
Op sommige plaatsen toch minder vlak dan gedacht en afwijkend van de zomerroute omdat de rivier toch wat lastig oversteken was.
Terug de ski's aan vanaf Mierdekjavrre, de scootersporen volgend langs de link oever om dan achter de hut het water over te steken.
Kevin informeert bij de cabines naar de prijs van een overnachting.
De STF hut van Kvikkjokk is 14 euro duurder maar zo kort bij de hand wordt deze laatste optie gekoezn.
We dragen de pulka's tot voor de deur.
Ik kreeg te horen wat Veerle en Kevin al langer wisten, gehoord van de huttenwaard.
Ze wilden mijn dag niet vergallen.
Dubbele bomaanslag in Brussel en al snel ook de berichten dat de luchthaven gesloten is.
We bestellen ons een biertje om het einde te bezegelen.
De alcohol stijgt na deze periode van abstinentie snel naar het hoofd.
Douche, eten en op tijd in bed.

Dag twaalf en verder:

Iets na 5 uur vertrek de bus naar Jokkemokk. Dar wachten we enkele uren voor we richting Gallivare kunnen.
Koffie slurpend doden we de tijd.
De bus is voornamelijk gevuld met zeer waarschijnlijk een groep nieuwe Zweden, afgaand op hun schriften, terug van hun cursus integratie.
Het valt op dat blond al lang niet meer de kleur van het straatbeeld is.
We huren een huisje op de camping.
Het was erg druk in de plaatselijke drankenhal die onder auspiciën van de regering een lucratieve handel heeft.
Voor laag alcoholishce dranken moet je in de supermarkt zijn.
Zo brengen we twee dagen door.
De filosofische naast de sociologische en louter cijfermatige bewijsvoeringen bovenhalend om allerhande maatschappelijke fenomenen te verklaren.
ieder vanuit zijn eigen metier.
We waren het erover eens dat eigen gerief, zeker wat schoenen betreft, aan te bevelen is.
Mijn pulka heeft het goed uitgehouden.
Een opbergzak is een nuttige aanvulling om de pulka beter te vullen.
Misschien een enkellaags shelter in de toekomst?
Een vaste bodem aan het buitenzeil, meer moet dat niet zijn.
Hogere instap opening om de sneeuw buiten te houden.
Het zou het oppervlak flink vergroten maar ook de ijs opbouw langs binnen zou anders verlopen.
We rationaliseren wat met elkaar om onze gestelde ambities te verteren.
Zal die zichzelf opgeblazen terrorist ook zuur gaan kijken als hij een tros druiven in plaats van een stel maagden krijgt aangeboden.
Nog nooit hebben we zo lang in het nergens gezeten tussen begin en einde van de tocht en de eigen deur dorpel.
Een tocht dat we hebben leren wachten. Ook iets dat je moet leren anders neemt die tijd je bij het vel.
Ik denk spontaan aan het gedicht van Leonard Nolens.

Laat de tijd
Vertraag.
Vertraag.
Vertraag je stap.
Stap trager dan je hartslag vraagt.
Verlangzaam.
Verlangzaam.
Verlangzaam je verlangen
En verdwijn met mate.
Neem niet je tijd
En laat de tijd je nemen;
Laat.

Het land heeft platgelegen en ligt nog in de touwen te bekomen
wanneer we op Deurne landen.
Hoe moet daar van worden geheeld?
Daar gaat tijd overheen.

Reacties

Een reactie posten

Populaire posts