hrp 2019: De trage weg tussen twee zeeën.




Augustus 2019

De oversteek tussen de Atlantische oceaan en de Middellandse zee stond al jaren op het programma maar dit jaar zag ik de mogelijkheid om 45 dagen verlof te nemen (met dank aan de collega’s op het werk). Er is niet zoveel voorbereiding aan te pas gekomen. Het grootste deel van de route zou in principe herhaling zijn. Enige verschil is dat dit mijn langste tocht ooit gaat zijn in de Pyreneeën. Tochten die over het algemeen, reizen inbegrepen max 14 dagen duurden. Ik had mij wel voorgenomen om een GPX van de route en tal van varianten mee te nemen om, wat de route betreft, toch wat meer gemoedsrust te hebben mocht het weer bv spelbreker worden. Ik neem geen klassieke kaarten mee maar maak een copy van de route via een programma op Caltopo. Niet de meest duidelijke print en van mindere kwaliteit dan een originele kaart. 


Met 48 kaarten in A4 formaat kan ik recto verso een smalle strook uitprinten waarlangs ik mij wil bewegen. Op enkele punten wil ik er een onbekende variant in steken. Routes die ik in het verleden heb moeten skippen. Alleen na l’Hospitalet près l’Andorre zou het compleet onbekend gebied zijn. Ik volg in grote lijnen de route zoals Ton Joosten ze beschreven heeft in zijn gids. De nieuwe gids van Tom Martens heb ik niet in huis gehaald. Genoeg info te vinden op het internet om mijn route vast te leggen. Ik gaf mezelf max 45 dagen, reistijd inbegrepen omdat ik tegen dan terug thuis zou moeten zijn voor een familiefeest. Op 4 oktober wordt mijn moeder 80 jaar. Qua gerief zou ik het doen met wat ik in huis heb. Niet ideaal maar ik draag liever wat meer dan kosten te maken voor deze eenmalige uitdaging. Ik wist op voorhand dat er op sommige punten qua gewicht toch wat winst gemaakt had kunnen worden. Mijn communicatie met het thuisfront is op één punt erg gedateerd. Ik loop nog altijd rond met een Nokia van de eerste generatie. Heel slim is mijn telefoon niet. Ik kan er alleen mee bellen. Even geprobeerd of ik de lader kon omzeilen via het zelfbouw accupack voor mijn fototoestel zodat enkel de accu lader voor het fototoestel mee moest. Een eerste experiment draaide negatief uit en ik besloot om de lader gewoon maar mee te nemen. Verder zou dit een tocht worden waarbij ik hoop zo onafhankelijk mogelijk te foerageren doorheen de Pyreneeën en zoveel mogelijk op de route wil blijven om zo geen tijd te verliezen met het zoeken naar eten. Ik plande 4 voedseldepots verdeeld tussen de twee zeeën die ik aan ging spreken om mijn voorraad aan te vullen.  In het volle besef dat ik op sommige momenten voor meer dan 10 dagen eten op de rug zou dragen. Daarvoor had ik begin van het jaar de camping in Lescun, Auberge  du Maillet in Héas, en de gîte van l’Hospitalet près  l’Andorre aangeschreven of dat mogelijk was. Tegelijk zou ik er eten en slapen en had ik de mogelijkheid om de accu’s van GSM, inreach en fototoestel terug op te laden. Ik heb het langst getwijfeld wat mijn derde bevoorradingspunt zou zijn bij Vielha. Uiteindelijk is het Refugio Conangles geworden. Het was ook de lastigste  plek om mee af te spreken daar ze geen mailadres hebben maar de communicatie via hun boekingssysteem moest gebeuren. Ik had ook via het poste restante systeem kunnen werken maar na wat opzoekingswerk zijn sommige postkantoren in de kleinere dorpen maar erg beperkt open.

foto's 

Dag 1: 
15 augustus: -Bij Xoldoko Gaina
Ruim op tijd mijn tickets geboekt naar Hendaye. Zelf draag ik voor 8 dagen eten mee. Dat zou genoeg moeten zijn om Lescun te bereiken. Het pakket richting camping van Lescun voor het traject tot Héas had ik zelf al opgestuurd. Het thuisfront instructies gegeven wanneer ze, afhankelijk van mijn vorderingen, de andere pakketten naar de post moeten brengen.
De reis verliep voorspoedig. Er heerst een zomerse stemming op de trein. Heel wat mensen stappen uit in Biarritz. Ik ervaarde het eerder als een verplicht nummer om van het station nog even naar de zee te lopen. Die lag toch nog verder dan gedacht. Het is vloed, iedereen zit wat opeengehoopt op de rand. 

Maak een foto van de scene en stuur een eerste OK bericht via de inreach naar het thuisfront. Bij het sportterrein probeer ik de drinkbussen te vullen aan een drink fontijn om de avond en nacht te kunnen overbruggen. Onzeker of ik verderop nog water aan zou treffen. Ik begin met een stevige tred aan mijn avontuur. Onder de autoweg door om dan de hoogte op te zoeken. Zodra ik een vlakke plek zag in de klim naar Xoldoko Gaina, groot genoeg voor mijn zeil gaf ik er de brui aan. 


Het vet was toch al van de soep zouden ze thuis zeggen. Kruip vroeg in mijn bed en met alle indrukken nog in het hoofd probeer ik wat te slapen.

Dag 2: 
16 augustus: Na Col de Nabarlatz
De wekker op 6u gezet maar duidelijk nog te vroeg om op te staan. Had ik nog een eind doorgelopen dan had ik bij de pyloon op een ruimere plek  kunnen staan met uitzicht op de omgeving. De route wijkt ook wat af met wat ik had opgeslagen in mijn GPS en ingetekend op de kaart. Wat hogerop, een eindje van het pad zie ik bij het achterom kijken nog enkele tentjes. 


Ik moet mijn ritme nog vinden. Op een of andere manier denk ik dat het te traag vooruit gaat wanneer ik bergop moet. Het gevolg is dat ik op mijn adem trap en tegen het eind van de dag voel ik mij misselijk en ligt de notenmix zwaar op mijn maag. Ik moet hem binnen  wringen en op het eind van dag twee zit ik al met een overschot. Wat een “potjeskermis” was dat bij Col d’Ibardin. Een winkelstraat doemt op uit het niets. Ook op La Rhune is het druk en anders dan de eerste keer vind ik nu wel de juiste weg naar beneden. 


Vaag in mijn achterhoofd zat nog het beeld dat het bosje wat ik op de kaart zag een heel goede locatie is om mijn dag te eindigen en in principe zou er volgens de gps ook een fontein zijn. Het is het punt dat ik heb vastgelegd als eindpunt voor dag 2. Mocht ik er geen water vinden dan keer ik na opstellen van de tent terug naar de boerderij. Daar is met zekerheid wel water te vinden. Ik lig een eind voor op het schema maar ik ben zo leeg als wat wanneer ik mijn overnachtingsplek bereik. Het vlakke grasveldje en vers water doen iets van rust terugkeren dat ik dag twee veilig heb af kunnen ronden. 

De twee banken een bonus om al zittend comfortabel mijn eten te verorberen en in vrede de nacht in te gaan. In contrast daarmee een bunker die hier ook verscholen ligt en mij herinnert aan de periode dat Spanje een verscheurd land was. Het kost me wat moeite om enkele zinnen op papier te zetten over het verloop van de dag. Doe ik het niet dan vrees ik  na enkele dagen mijn gedachten kwijt te zijn.

Dag 3: 
17 augustus: Col Berdaritz
Het ging vlot tot Azpilkueta waar ik een pauze hield. Dan ging het door tot Arizkun waar ik terug water heb getankt. Onduidelijk waar het eind van de dag zou liggen maar dan heb ik mij dood gelopen op een helling die overwoekerd was door varens en tegen het einde doornige struiken moest trotseren zodat mijn benen vol krassen stonden ipv op de bredere paden te blijven wat ik als traject op een andere website was tegengekomen. 
Duidelijk opnieuw een oude HRP variant die op de caltopo kaart staat. Zie er tegenop na al de schermutselingen met de vegetatie om over Burga te gaan. Loop naar de col en neem daar het brede pad dat de top oostelijk omzeild. Boven Col de Berdaritz tank ik terug water. De gps gaf aan dat dat zou kunnen. Uiteindelijk hou ik het pal op de grens bij grenspaal 117 en een kruising van wegen voor bekeken. 

Vandaag amper foto’s gemaakt. Het was puffen en blazen van de warmte. Het eten gedurende de dag smaakt mij niet. Krijg geen gedachten op papier over mijn dag. Nee, dat zit hier niet goed. Ga vooralsnog niet op in het landschap maar zit arbeid te verrichten waar ik bij momenten er tegenop zie en in de verleiding kom om de klimmen te omzeilen en te kiezen voor de weg van de minste weerstand.
Dag4: 
18 augustus: Fontaine de Roland
Ik noteerde in mijn dagboek dat ik in mijn ritme lijk te komen. Heb al wat meer plezier gehad in mijn dag. De notenmix gaat al wat gemakkelijker naar binnen.
Een mooie afdaling naar Les Aldudes. Gevolgd door een klim met daarna een gevarieerd landschap tot ik na Redoute de Lindux  lang over asfalt moet. Nu weet ik dat op deze top daar in het verleden een vesting op stond en het er in 1813 erg rumoerig aan is toegegaan. Verschillende landen die met elkaar in conflict lagen en hier hun strijd aan het voeren waren. In tegenstelling tot vorige keer toen de berg overspoeld werd door vogelaars is het er nu rustig en lijk ik de enige te zijn die zich op de flank bevindt. De afdaling naar Col de Roncevaux verloopt in de mist. 

In mijn hoofd zou het daarna tot Fontaine de Roland alleen nog maar bergop gaan maar daar zit een stuk stevige afdaling in. Ik trotseer massaal veel pelgrims die uit de mist opdoemen en mijn pad kruisen. Aan het gelaat van sommigen te zien zijn ze aan een calvarietocht bezig in de hoop om Roncevalles op een schappelijk uur te bereiken. Waar ik tot dan toe vriendelijk iedere tegenligger aansprak met ola,bonjour of hello krijg ik nu steevast "Bon Camino"of "Buen Camino" te horen. Dat is goed voor één enkele keer om daar bevestigend op te antwoorden maar als de frequentie tot 5x per minuut (en meer) wordt opgedreven werd het mij teveel en sloot mij van de colonne af door het hoofd naar de grond te richten om zo mijn weg verder te zetten. Een persoon met een oosters uiterlijk sprak mij aan en vroeg waarom ik in omgekeerde richting liep. Hilarisch vond ik zijn vraag maar tegelijk begrijpelijk. Soms kan je je zo verdiepen in een route in een land dat het lijkt dat er geen andere wandelwegen bestaan. Hij had zijn blijkbaar te goed ingewerkt in het Compostella verhaal. In een eerder verslag wat ik schreef zat er mogelijk teveel een meewarige toon in mijn verhaal over het feit dat hier om de haverklap een paal stond met het noodnummer 112 om al die pelgrims veilig de grens over te krijgen. Het was er nu zo mistig dat dit toch wel veilige bakens zijn om Roncevalles te bereiken. Ik probeer de bron te bereiken (die zelfs een noodknop heeft om hulpdiensten te bereiken) en hoop daar ergens te kunnen bivakkeren. 


Een windmolen dient naast een zonnepaneel om stroom te genereren voor de “noodcentrale”. Het is erg somber weer wanneer ik uiteindelijk Fontaine de Roland bereik. Wat hoger op de helling is een vlak stuk, groot genoeg om mij shelter te ontplooien. Ik merk bij dit regenachtig weer gelijk het ongemak dat ik het grondzeil heb thuis gelaten en mij beperkt heb tot enkel een bivakzak. Tot voorbij 19 uur, ik lag al een tijd in mijn slaapzak, hoorde ik nog mensen voorbij komen met zelfs iemand die hardop de hemel bedankte toen hij zag dat de bron hem agua ging schenken.

Dag 5: 
19 augustus: Chalet Pedro
In de ochtend was de mist verdwenen maar het weer bleef somber. Na Col d’Orambidé met zijn mooie cromlech komt een jonger koppel mij tegemoet. 


Ze staan stil aan een braamstruik. Wanneer ik hen passeer bieden ze mij een handvol aan. Ik begrijp dat hun oversteek er bijna op zit. Ze zien er zo fris en ongehavend uit, vrolijkheid straalt van hun gelaat…alsof ze niet hebben moeten lijden. Door hen te zien roept ik mezelf tot de orde dat ik veel minder moet gaan zeuren, hijgen of puffen. Na deze bolwassing komt er terug wat meer rust over mij. 


Ik kijk uit om de omgeving van Pont de Chubigna terug te zien. De rivier heeft hier een mooie ravijn uitgeslepen die het landschap erg contrastrijk maakt, terwijl een duidelijk zig zag spoor aftekent tegen de helling en zich naar col d’Errozaté slingert. 
 Het vloeken toch niet kunnen laten om het juiste spoor te vinden tot de Urculu graat.

Toen ik eenmaal de markeringen van de GR12 tegen kwam waren de moeilijkheden voor vandaag achter de rug. Eenmaal bij de D18 (Chalet Pedro) zoek ik mij een vlakke plek op. Ik doe niet veel moeite om mij verdenkt op te stellen. Er is maar heel weinig verkeer op deze weg en zet me rechts van de weg onder wat bomen. Een meer verdoken bivak westelijk van de weg, kort bij de rivier is ook mogelijk.

Dag 6: 
20 augustus: Cabane d’Ardané
Een dag om de moraal aan een test te onderwerpen. Ganse dag in de mist moeten lopen. De moeite niet genomen om het fototoestel boven te halen. Zonder GPS had ik het zeker niet gered en ondanks deze houvast soms nog lopen sukkelen om het spoor te houden. Bij het onthaal van Chalets d’Iraty mijn drinkbussen gevuld. Als ik vluchtig in het winkeltje kijk lijkt het voldoende groot om genoeg voedingswaren te vinden. Ze verkopen er alvast ook brood. Pic d’Orhy heb ik gelaten voor wat hij was. Geen zin om in dichte mist de graat te trotseren maar ben afgedaald naar de GR12 die deze berg langs de zuidzijde passeert tot port de Larrau om dan gewoon de onverharde weg te volgen  tot Cabane d’Ardané. 
Tegen de avond begon de hut aardig vol te lopen. Naast deze Belg zijn er nog twee Fransen, twee Amerikanen en twee Duitsers. De fransman houdt zich bezig met het opstoken van de open haard. Ik had hem al de reactie gegeven dat ik vind dat hij het vuur te fel laat laaien. Zonde om er de houtvoorraad zo door te jagen. Hij was in de loop van de namiddag extra hout gaan halen aan de herdershut. Zegt dat dit met toestemming van de herder was. Wanneer het tijd voor te slapen was, gooide hij nog wat meer hout op het vuur dat toch een felle reactie ontlokte van een van de Amerikanen die hoog in de nok reeds hun slaapzak hadden opgezocht. Bloedheet was het in de hut. Na een sorry was het gelijk gedaan met vuurtje stook.
Dag 7:
21 augustus: Source de Marmitou
Hoogtepunt voor vandaag vond ik het gevarieerde landschap tussen Col Uthu en Port de Belhay met ook nog eens een mooie terugblik op de grensregio en Pic d’Orhy die zich nu wel toonde.

In de klim naar Port d’Ourdayté kom ik een Belg tegen met zijn Nieuw-Zeelandse vriendin. 

Hij zegt dat hij geen moeilijkheden had ondervonden tijdens zijn doorsteek en hij steeds het slecht weer voor is geweest en verzekerd mij dat wat mij betreft, het mooiste nog moet komen. Bij Refugio de Belagua een pauze gehouden en aan het volgen geweest hoe de metalen platen worden gemonteerd die het dak gaan vormen van deze bijna gerenoveerde hut. Even toch spannend omdat ik onderweg geen water meer had getankt en het toch langer duurde dan gedacht om Col d’Anaye te bereiken. Het is tot daar een heel gevarieerde doorsteek. Eerst door een dicht bos waar de ondergrond soms erg drassig is om dan uiteindelijk te eindigen in een kalkstenen woestenij waar er amper iets groeit maar hier en daar zijn er in de aanloop naar het dorre deel heel mooie grasveldjes te vinden waar het goed toeven moet zijn wanneer je voldoende water bij hebt.

 Mijn tent opgeslagen bij Source de Marmitou. Een Duitser Benedict genaamd gebruikt deze plek ook om de nacht door te brengen. Hij vraagt of hij zijn tent in de buurt van de mijne mag zetten. Zeg hem dat dit een vrije wereld is. Ik neem de nieuwe HRP gids van Tom Martens door die hij bij heeft. Het feit dat je bij aankoop een GPX van de route mee krijgt lijkt een grote plus. 

Ik geniet van het wolkenspel op deze plek. Ik voel dat ik stilaan in de stemming begin te geraken om mijn avontuur tot het einde toe te beleven. De kaart die ik voorheen in een hoes rond mijn nek droeg kan hopelijk vanaf morgen minder zichtbaar worden meegedragen. Ik ga ervan uit dat de komende dagen vanuit de herinnering , ik mijn weg verder kan zetten.
Dag 8:
22 augustus: Camping Lescun
Ik voel me in mijn element wanneer ik de afdaling inzet naar plateau de Sanchèse. 

Neem afscheid van Benedict die nog bezig is met inpakken. Ik probeer daarmee toch zo weinig mogelijk band te smeden met de mensen die ik onderweg tegen kom. Ik verkies de vrijheid om te gaan en te staan waar ik wil. Ik loop niet naar het dorp met zijn winkel maar ga rechtstreeks naar de camping Lauzart die sinds dit jaar volledig vernieuwd is. 
In principe moet daar een eerste voedselpakket op mij wachten dat mij van calorieën moet voorzien tot Héas, een gehucht achter Gavarnie. Er blijkt niets op mij te wachten buiten dat briefje op zijn koelkast dat er een pakket in het postkantoor ligt. Vermoedelijk voor mij denkt hij. Bon, ons kent ons in dergelijke kleine gemeenschappen en de man achter het loket zegt dat hij ervoor zal zorgen dat ik mijn pakket ga krijgen. Ik heb voor mezelf afgesproken dat voor de plaatsen waar ik mijn pakket naar stuur, ik ter compensatie binnen slaap en gebruik maak de maaltijden als ze deze aanbieden. Ik voel door het voorval een ongerustheid voor het volgende voedseldepot bij Héas. De illusie van onafhankelijkheid heeft zijn prijs wanneer ik mijn rugzak vul met het pakket dat ik een uur later in mijn handen krijg gestopt. Mijn rugzak is opnieuw tot de nok toe geladen met min. 6 kg extra aan gewicht. Ik krijg het laatste bed dat vrij is in de gite. In tussentijd hangen de inreach, mijn nokia en batterijpack aan het infuus en worden terug gevuld met elektronen. Benedikt die wat later op de camping arriveert steek ik een dagportie notenmix in de handen. Ik zat toch al met een overschot van het eerste deel. Hij lijkt er erg blij mee te zijn. Dat soort dingen had hij niet gevonden in het winkeltje van Lescun. Hij trakteert mij op een stukje kaas dat hij enkele dagen geleden had gekocht. Wat smaakt dat goed af!! Vermits ik hier ook nog eens het avondmaal nuttig draag ik morgen voor meer dan 8 dagen mee. Benieuwd hoe ik dat extra gewicht ga verteren. Ik ben de enige Belg die mee aanschuift aan tafel voor het avondeten. Had mij in de aanloop een halve karaf “wijn van het vat” besteld. Binnen het groepje waar ik mee aan tafel zat werd een betere fles gekocht. Het verschil was meer dan duidelijk zodat ik een groot deel van mijn aankoop aan een andere tafel gaf die minder om de kwaliteit maalden en het met graagte aannamen. Ik had mij niet ingeschreven voor het ontbijt. Dat kon pas vanaf 7.30u. Tegen die tijd hoop ik alweer onderweg te zijn. Ik wil morgen een stuk verder geraken dan Refuge d’Arlet.
Dag 9:
23 augustus:  Pla d’Espélunguère
"Diegene die onafhankelijk wil zijn draagt zwaar de eigen lasten."
Een droom van een etappe die ik af kan werken zonder echt naar de kaart te moeten kijken. Hou van de streek rond Lescun. 

De percelen grasland tegen de hellingen, groen tegen de achtergrond van grijze kalkstenen pieken. Vul mijn waterfles bij aan de herdershut. De laatste keer dat ik hier was werd de dienst uitgemaakt door twee vrouwen. Een man is nu alleen in de weer. Wanneer zijn melkkit vol is zwiert hij ze op zijn schouders en brengt ze naar de waterbak en zet de kraan open om de lauwe melk zo snel mogelijk af te koelen. Ik zie enkele vlakke grasveldjes. Zo moet het mogelijk om in de buurt te kamperen. Het grenspad na Col de Pau met zijn uitzichten, de terugblik op Pic d’Anie, Table des Trois Rois, in de diepte nog vaag het dorpje lescun… Het vult mijn gemoed met warme herinneringen. Maar daar is ook de doordringende ammoniakgeur  van de vele uitwerpselen die via de neus naar binnen komen. Bij refuge d’Arlet komt net de bevoorradingskaravaan aan met verse voedingswaren. 

Bezoekers staan er niet altijd bij stil maar dat is wat er gebeurt op de achtergrond wanneer je aan tafel aanschuift op het eind van een stevige dagtocht.  In de aanloop getwijfeld of ik bij de hut de oversteek zou maken naar Spanje om dan de GR11 op te zoeken. De rechtstreekse route tot Lac d'Estaëns. Hak de knoop door en besluit om langs franse kant te blijven en minstens tot Pla d’Espélunguère door te gaan. Vond hier weinig echt vlakke plekken. Everzwijnen hebben ook een deel omgewoeld. Stel mijn tent op in de buurt van de brug. Benedict komt voorbij. 

Hij besluit om door te lopen tot Ibon de Astanes (of Lac d’Estaëns). Ik ga ervan uit dat daarmee hij definitief afstand heeft genomen van mij.

Dag 10:
24 augustus: Pombie
Dat moet ik niet meer doen. Ben gewoon leeggelopen zodat ik alweer amper eten binnen krijg. Een lange dag is het geworden. Heel vroeg vertrokken. 

De klim naar Ibon de Astanes viel mee. Ik was er sneller dan gedacht. Dat had gisteren ook nog wel gekund. Zou een overnachting zijn geweest in een heel ander kader. Zie nog net in de verte Benedict vertrekken. Ik haal hem in en lopen nog een eind samen. 


Na een mooi bos even attent moeten zijn bij het dwarsen van een steile helling waar de jonge Gave d’Aspe zijn weg zoekt naar het noorden. Bij Candanchu, een spuuglelijk skistation scheiden onze wegen opnieuw wanneer hij inkopen moet gaan doen. Dan begint het asfalt lopen tot Astun. Het is weekend en een stoeltjeslift hijst dagtoeristen omhoog. Het is druk bij Ibon del Escalar. De waterbron werkt niet meer. 



Het is na Col des Moines een mooie hoek om te doorlopen, met Pic du Midi d’Ossau prominent in beeld, maar alles behalve vlak terrein. Bij de source cabane de Cap de Pount hou ik een wat langere pauze en giet me vol met het frisse water dat hier uit de grond komt. Om besmetting door de koeien te vermijden is de plek omheind met stroomdraad. Enkele tentjes bij Lac de Peyreget. Bij refuge de Pombie zet ik mij aan de westkant van het meer. 


In principe buiten de afgebakende bivakzone. In aanvang wilde ik net achter Col de Peyreget gaan staan op een mooi vlak stuk, kort bij een bronnetje maar de plek gaf mij een te benauwd, ingesloten gevoel zonder veel uitzichten. Dan sta ik hier beter. Naast mij staat een jonge man met een piepklein zelfbouw tarp. We wisselen wat gedachten uit. Lijkt ook een “abonnement” te hebben op https://www.randonner-leger.org/ waar hij zijn idee heeft gehaald voor deze tarp. Als “vuurstarter” had ik enkele blaadjes WC papier gedrenkt in vloeibare kaarsen was, dit laten stollen en verknipt in kleine rechthoekjes met de bedoeling het aansteken van mijn esbit tabletten te vergemakkelijken. Ik geef het merendeel van mijn voorraad aan hem. Hij komt mij de volgende dag bedanken. Heeft een houtbrander bij en was gisteren maar wat blij om mijn geschenk te kunnen gebruiken.  Erg winderig geweest. Kwam informeren hoe ik deze vuurstarter had gemaakt.
Dag 11:
25 augustus: Refuge de Larribet
Zwaarste dag tot nu toe, zeker wat het terrein tussen Col du Palas en Port du Lavedan betreft. Duitser Benedict zit nog altijd in het kielzog of beter, ik in dat van hem. Ik zit nu op een route die voor mij onbekend is. In het verleden wel al eens via Col de la Fache naar Refuge Wallon getrokken
Gisteren kon ik vanaf Pombie heel de vallei zien waar de volgende ochtend doorheen getrokken moest worden. 

Inmiddels ben ik weer een vallei verder en zo gaat het op en neer als eb en vloed om maar eens de symboliek van de zeeën te gebruiken waar ik nu tussen zit te laveren. In de afdaling naar de D934 lijkt het alsof de herder een schaap afstraft voor ongehoorzaam gedrag omdat het de kudde niet wil volgen. Weinig moeilijkheden ondervonden om Refuge d’Arrémoulit te bereiken. Passage d’Orteig zorgde geen enkel moment voor moeilijkheden. De weg naar Col du Palas ging ook vanzelf. 

Daarna werd het minder vanzelfsprekend. Er leek maar geen eind aan te komen om Port du Lavédan, daar aan de overkant te bereiken, doorheen het brokkenveld. Even verwarring waar de oversteek juist lag omdat er twee dipjes in de kam lijken te zijn. Met het nauwgezet volgen van de parkmarkeringen geraakte ik eenmaal over de col vrij gemakkelijk tot Refuge de Larribet. 

Wat later verplaatsen Benedict en ik ons naar de vlakte onder de hut. We waren de enigen die hun tent opstelden. Alle anderen overnachten in de hut. 

Mij eens goed gewassen. Ik had kledij bij voor alle seizoenen maar tot nu toe loop ik door de zomerse temperatuur vooral in katoenen(jawel) T-shirt en korte sportbroek. Niet gunstig voor het volume van mijn rugzak die nu een hoop ongebruikt textiel zit te vervoeren. Verandering van weer staat er echter aan te komen.

Dag 12:
26 augustus: Gave d’Arratille (na Refuge Wallon)

Hier en daar een goede bivakplek gezien in de afdaling naar de bodem van Vallée d’Arrens.
Dan begint de 5u durende klim naar Col de Cambalès. Een groep jongen voor mij houden er een stevig tempo op na. Een mooie grenssteen markeert Port de la Peyre Saint Martin. Een avontuurlijker oversteek voor Compostella gangers. 

Op Col de Cambalès nemen we samen een pauze. Ik vertrek als eerste maar zit fout in de afdaling en moet over een brokkenveld beginnen compenseren. De groep die wat later vertrekt mist in eerste instantie ook het goede spoor. 

Verrast dat eenmaal bij Refuge Wallon, Ik zowel Benedict als de houtbrander jongen terug ontmoet. Die laatste moet afdalen naar Cauteret om zich opnieuw te bevoorraden terwijl de Duitser door gaat lopen en morgen de Vignemale wil gaan beklimmen. Dat soort bevoorradingsproblemen heb ik niet maar ik voel me bij momenten wel een muilezel.  De gletsjer  is al zover ontdooid dat de beklimming inmiddels al kan zonder stijgijzers. Ik suggereer hem om naar de zuidkant van lac d’Arratille te gaan waar er mooie bivakplaatsen zijn. Ik zoek zelf een overnachtingsplek langs Gave d’Arrattille. Niet biljardvlak maar meer dan voldoende.

Dag 13:
27 augustus:  Refuge des Oulettes de Gaube
Ondanks het sombere weer was het een prettige weerzien van Lac d’arratille waar ik mooie bivak-herinneringen aan heb overgehouden. 

De paden zijn duidelijk. Halverwege de klim is er een plateau waar er tal van mogelijkheden zijn om een tent op te slaan. Ik neem bij het meer een korte pauze. Het regent zachtjes. Ook daarna tot bijna Col d’Arratille blijft het pad goed begaanbaar en ipv ronde keien onder de voeten loop ik over gruis tot de col. De omgeving blijft verrassend lang groen ingekleurd.
De doorsteek tot Col des Mulets en de daarop volgende afdaling tot Refuge des Oulettes de Gaube verloopt zonder problemen. 


In eerste instantie zitten de toppen rond de Vignemale onder de wolken maar in de loop van de namiddag klaarde het op. Niemand wacht tot 19 u om zijn tent op te slaan. In de loop van de namiddag loop ik naar de refuge en trakteer mij op een omelet. Krijg er droog  brood bij maar nog nooit heeft brood zo goed gesmaakt. Drink twee “grand cafés” en geef het thuisfront de bestelling van pakket drie door die geleverd zou moeten worden in Refugi de Conangles.  Ik maak live mee hoe gedurende de tijd dat ik bij de noordkant van de Vignemale zit er met de regelmaat een deel ijs afbreekt van de steeds krimpende gletsjer.

Dag 14:
28 augustus: Voor Gavarnie (cabane des Tousaus)
Gisteren avond weer zo’n hoosbui. In eerste instantie groeiende waterplassen rondom het zeil tot de bodem vochtig genoeg werd en de regen met iets meer gemak in de bodem kon dringen waardoor het binnen droog bleef. Sommigen hebben het niet droog kunnen houden. Ik sta op met heldere lucht en ben een van de laatsten die de bivakzone verlaat. Heel wat mensen klimmen naar de Vignemale en zijn al eerder vertrokken. 
Het zigzag pad naar Hourquette d’Ossoue dat gisteren zo goed zichtbaar was moet ik nu omhoog.

De omgeving na Refuge de Bayssellance is een juweel om langs af de dalen. De diep ingesneden valleitjes en watervalletjes toveren een prent die nooit verveelt en waar er steeds een nieuw detail in opvalt. 

Mooie herinneringen aan deze regio toen ik meermaals via Cauteret de doorsteek had gemaakt langs meertjes als Lac Couy en Lac de Gentiaan. Er zijn mooie bivakplekken te vinden bij de afslag naar Col de Gentiaan. 

Eenmaal bij Barrage d’Ossoue wordt het een stuk minder boeiend. Een groep mannen stuurt bij Cabane de Sausse-Dessus een groep stieren door de vallei richting Puerto de Bernatuero.  Ik vraag me af wat hun bedoeling is. Ik besluit om voor Gavarnie te stoppen. Bij  cabane des Tousaus gooi ik mijn rugzak af en doe me tegoed aan het frisse water dat hier uit de grond komt en een drinkbak voor vee vult. 

Verken lichtgewicht de omgeving op zoek naar een mooie overnachtingsplek. Zet me op het laatste vlakke stuk net voor de afdaling definitief wordt ingezet.

Dag 15: 
29 augustus: Auberge du Maillet


In één uur tot Gavarnie.  Het dorp moet nog wakker worden. Twee koffiekoeken gekocht in het winkeltje en ze achter elkaar opgegeten voor ik aan de klim naar Hourquette d’Alans begon. Ik zie bij de camping de tent van Benedict staan. Vanaf nu zou zijn vriend hem voor onbepaalde tijd vergezellen. 
Weinig volk in de Refuge des Espuguettes. De twee mannen die de hut open houden lijken zich te vervelen. Een merkt op dat de parking in Gavarnie zo goed als leeg is en het een “slappe dag” gaat worden. De ezels staan gegroepeerd achter de refuge. Hun ogen in slaapstand. Prettige etappe richting lac des Gloriettes met nogal wat volk langs Gave d’Estaube en kinderen die zich vermaken in de waterpoelen die de beek heeft gevormd. 

Voor ik het Lac des Gloriettes bereik steek ik de beek over en via een hoge route maak ik de doorsteek naar Auberge du Maillet . https://www.le-maillet.fr/en/home-hostel-maillet/  Ze hebben een slaapzaal dat drukt de prijs en gaf meer zekerheid dat ik zonder reservatie een plek heb.
Communicatieproblemen hebben ervoor gezorgd dat hier ook geen postpakket ligt voor mij. Het probleem is dat, anders dan bij ons de postbode hier niet van deur tot deur gaat maar de mensen die op de buiten wonen, zelf naar het postkantoor moeten voor hun post. In dit geval ligt in het beste geval de post op mij te wachten in het postkantoor van Gédre. De eigenares ging zien wat ze voor mij kan doen. Een van de personeelsleden die morgen moet komen werken, moet toch voorbij Gédre en zal eerst het postkantoor binnen stappen. Ik zal dus in het beste geval wat later kunnen vertrekken waarbij Lac de Barroude  mogelijk  te ver ligt. De route via Lacs Les Aires is bij deze ook al geschrapt. Waarschijnlijk mooier maar via Héas zal het wat korter zijn. In principe heb ik nog meer dan genoeg eten over om tot Parzan te geraken. In het slechtste geval doe ik daar mijn inkopen om tot Refugi de Conangles te geraken. Een gedachte die bevrijdend werkt al zal het tot dan koude kost gaan worden omdat ik niet genoeg esbit meer heb.
 
Het is hier bij  Cirque de Troumouse een stuk rustiger dan in Gavarnie. Er rijdt hier een treintje de berg omhoog. Auto’s zijn niet toegelaten. De weg met de minste inspanning om midden de Cirque de Troumouse uit te komen. Goed voor families met kinderen. Veel wielertoeristen gezien die zich trappend meten met de berg om dan op snelheid terug te keren. Een slaapzaal van 28 bedden maar slechts twee bedden zijn bezet. Spaarzaam geweest in het uitwisselen van woorden met mijn kamergenoot.

Dag 16:
30 augustus: Lacs de Barroude


Ik heb gisterenavond goed gegeten. Geen a la carte. Iedereen kreeg hetzelfde. Groenten, een dikke maaltijdsoep met kip en met als dessert een stuk bosbessenvlaai. In het totaal aten we er met 6 personen. ‘s Morgens een klassiek Frans ontbijt. Lees brood met confituur. Maar genoeg om mij vol te proppen. Mijn tafelgast had niet zoveel honger. Ik wist wel raad met haar overschot. Het geluk was aan mijn kant want om 10.30u had ik mijn voedselpakket vast. Smijt alles in mijn rugzak die nu een stuk “ondraagbaarder” is geworden. Bedank de eigenares voor de moeite die ze heeft gedaan en daal terug af richting Gedré. Na 1/2u afdaling kon ik aan de klim naar Hourquette de Héas beginnen. 


Mooi spoor om te volgen. Ik slaag er ook in om met een goede cadans langer dan een uur te klimmen zonder “uit te moeten blazen”. Dan toch de route uit het oog verloren en in plaats van naar Hourquette de Héas te klimmen zit ik voor ik er echt erg in had op de hogere route . 


Een vloek toen ik dat merkte en ik naar Pic de la Géla moest doorklimmen  om hier weg te geraken. Het gaf mij wel een unieke kijk op lacs de Barroude. Langs deze kant had ik het meer nog niet kunnen bewonderen. Groot was mijn verbazing toen ik op de top Benedict en zijn vriend Max aan trof. Stevige afdaling over een niet al te duidelijk spoor om dan de aansluiting te maken op het pad dat van Hourquette de Héas kwam.


Midden een onweer de tent op moeten zetten. Legde gelijk het nadeel van mijn poncho bloot omdat ik hem uit moet doen om de rugzak van de rug te halen waarna de rugzak onbeschut in de regen ligt. Later, ook al bleef het regenen, scheen af en toe de zon en maakte dat het behaaglijk warm werd onder het zeil en de ondergrond deels opdroogde. Het noodonderkomen dat ze hebben gemaakt na het afbranden van de refuge is een lachertje. Wie wil daar nu in slapen? Zo’n somber vochtig betonnen hol dat hier is neergepoot.   
Met de waarschuwing dat de deur naar buiten open gaat. Iets waar je rekening mee moet houden in de winter wil je nog de weg naar buiten vinden bij zware sneeuwval.

Dag 17:
31 augustus: voor Collado de las Collas

Stralende begin van de dag, echter niet voor lang. Een visser was al in de weer om zijn geluk te beproeven. 
Dreigende wolken en het vooruitzicht op regen hielden me van het grenspad af en ik koos voor de klassieke etappe. 
 
Best aardige afdaling richting A138. De gemzen hier zijn niet erg schuw. Cabane de Barrosa is in heel goede staat. Nog niet zo lang geleden gerenoveerd http://cirquedebarrosa.free.fr/cabanebarrosa.htm . Informatieborden om inzicht te geven over de mijn activiteiten  vorige eeuw. De tijd niet genomen om de affiches allemaal te lezen. Benedict die met mij aan Lacs de Barroude stond loopt door naar Parzan. Ik begrijp later van hem dat de rekken in de Intermarch supermarkt vooral gevuld zijn met alcohol. 


Kom nog twee wandelaars tegen die van oost naar west lopen. Krijg nog voor ik Paso de los Caballos bereik een regenbui over mij heen en poot wat later mijn tent neer op een plek waar ik enkele jaren eerder ook stond. Haal mijn drinkwater uit Barranco de Montarruegos die in verschillende stroompjes naar beneden komt. 


Deel ervan heeft erg ijzerhoudend water. Liefst was ik doorgelopen naar Rio Cinqueta omwille van de vele vlakke, goede bivakplekken maar ik kon de inspanning niet meer opbrengen. Zou dan waarschijnlijk een deel “in het rood” hebben gelopen. Voeten zijn een klein beetje “kapot” van het vocht. Ik moet ze tijd geven om goed te drogen.

Dag 18:
1 september: Refuge de Prat Cazeneuve
Ondanks de dreigende lucht bij de start klaarde het op en werd het een rustige voormiddag tot Refugio de Viados. De paar cabanes die ik onderweg tegen kwam zijn vrij primitief met amper een raam. Te duister om als prettig te ervaren. 



Her en der vlakke plekken voor een kamp maar zeker naast de Rio Cinqueta moet het goed toeven zijn. Paddelstoelplukkers lopen er met hun mandje door het bos. 

Dan begon de lange weg naar Port d’Aygues Tortes die me terug naar Frankrijk zou brengen. Hogerop kort bij de grens verrassend vlakke plekken langs Barranco Anescruzes. 


Benedikt en max hebben alweer voorsprong genomen. Wanneer ik Port d’Aygues Tortes bereik zie ik hen nog als vage stippen de bodem van de Vallon d’Aygues Tortes bereiken. 


Eenmaal zelf beneden komt vanuit het dal de mist opzetten. Besluit te stoppen bij de hut. De anderen lopen nog door. Er verblijft nog een koppel dat de route van oost naar west doet en wat later op de avond komen nog twee Spanjaarden aanzetten. Een deel van de hut is bezet door een herder. 

Een weinig spraakzaam type. Wat ook het weer gaat zijn: morgen plan ik een korte dag tot Lac des Isclots om dan de dag erna de doorsteek te maken naar Valle de Remune. Zo overbrug ik het meest ruige deel en ben ik zeker van een goede bivakplek. 

Dag 19:
2 september: Lac des Iclots



Zorgelijke blikken bij iedereen. Gaan we Port d’Aygues Tortes wel vinden vraagt het koppel zich af dat richting Viados moet. Anderen die enkele toppen in de omgeving hadden willen beklimmen blazen hun plan op en dalen af richting auto. Bericht van Joery gekregen met een update van het weer. Vandaag mist en lage wolken en daarna twee dagen goed weer. Voor het eerst sinds mijn start de deur uit met lange broek, poncho en regenpijpen in cowboy stijl zodat het lekker luchtig bleef rond mijn kruis. Traag gestapt om onnodig zweten te vermijden. Onderweg massaal veel vuursalamanders op het pad. Toeval of komen ze nu tot leven nu het regent? Mooie dieren maar qua loopstijl wat stuntelig voortbewegend over de stenen. De bouwsels, pylonen en kabels bij Lac de Caillauas tekenen af tegen de lucht en in dit mistig kader geeft dit het geheel een heel sombere tint. 


Een heel intens gevoel toen ik de tent had opgesteld en de zon zich ei zo na wilde gaan tonen. Lac des Iclots zal hoog in de ranking eindigen van mijn meren hitparade.  Herstelwerk aan de broek gedaan. Nog een was en plas. Maar één persoon gezien vandaag. Hij rept zich nog naar het oosten. In de tent is het behaaglijk  warm bij een sluimerzonnetje. Het wolkenspel maakt deze plek toch wel heel bijzonder. 



Ook het weten dat in de ruime omtrek ik vermoedelijk het enige menselijke wezen ben. Benieuwd naar het vervolg maar morgen ga ik alvast een traject afvinken dat al een hele tijd daarop zat te wachten.

Dag 20:
3 september: Vall de remune


Een dag dat alles perfect liep. Het weer, het goede ritme gevonden, ook nog eens een machtig kader om in te wandelen. Dat de rugzak alweer wat lichter is speelt mee. De Duitsers zijn gisteren nog over Col inférieur de Litérole gegaan hoorde ik van een Nederlands koppel. Vorig jaar hebben zij hun tocht af moeten breken omwille van teveel sneeuw. Ze lopen nu het gemist stuk van toen. Heel veel puin moeten lopen. Ik lijk het goed te verdragen. Blij dat ik aan Lac des Iclots ben gebleven. Het daarop volgend meertje Lac du Milieu had minder mogelijkheden. Ook rond Refuge du Portillon zou het zijn tegengevallen om een goede plek te vinden.

Op de top van Tusse de Montarqué is her en der wel iets te vinden maar over het algemeen toch erg stenig. Werkzaamheden aan de hut. Ik zie dat ze blijkbaar een tunnel aan het graven zijn. Een helikopter lost zijn lading. Even moeten zoeken naar de route naar Col Inférieur de Litérole die verder weinig moeilijkheden gaf al ging de afdaling weer over vervelend rollend puin. Tot nu toe wel een goed idee geweest om pas midden augustus aan mijn tocht te beginnen. Sneeuw vormt geen obstakel meer. Enkele mooie bivakplekken richting Ibon Blanc. 

Blauwe en melkwitte parels in een stenen woestenij. De afdaling naar Circo de Remune duurde wat langer dan verwacht. Volgde voornamelijk steenmannetjes en later rode verfplekken (die niet de kortste weg naar het dal namen). De naamgeving op de kaart verraadt dat er enkele vlaktes zijn. 


Pik er een uit waar ik de tent opzet. Morgen wacht Coll de Mulleres op mij. Heel benieuwd.

Dag 21:
 4 september: Refugi de Mulleres

Voor het eerst een goede nachtrust. Tent droog in kunnen pakken. Ik lag nog in bed toen de eerste lichtjes van koplampen mijn tent voorbij kwamen. Er kroop meer tijd in de afdaling naar  het asfalt dan gedacht. Erg contrastrijke omgeving is het vandaag geworden. 

Busladingen toeristen die komen wandelen in een bijna parkachtig landschap al zag ik toch ook mensen die niet verlegen waren voor wat meer inspanning en naar Tuc de Mulleres liepen. 


Mijn weg naar de gelijknamige col duurde toch wat langer dan gedacht. Zat wat te twijfelen of ik een rechtstreekse aanval zou inzetten of er in een boog naar toe zou trekken. Ik denk dat ik deels heb lopen zwalpen tussen die twee opties. Ik was hier al eens geweest komende van de andere richting maar toen verslechterde het weer zodat ik weinig oog had voor de omgeving maar er voor zorgde zo snel mogelijk wat lager te komen. Met de beschrijvingen in mijn achterhoofd hoe de afdaling aan te pakken heb ik toch een variant gebruikt. 

Er zijn daar twee schachten die naar beneden gaan. De linkse gaat erg steil. Ik ga ervan uit dat in de beschrijving van de gids de focus hier ligt. Rechts verloopt in het begin meer geleidelijke met net die extra steunpunten in het begin. Ik koos deze optie om af te dalen tot ik op een heel erg steil stuk kwam waar ik onmogelijk lager kon geraken. Kroop toen over de richel naar de andere schacht en zette daar mijn weg verder naar beneden. Vervelende puinhelling waardoor het toch wat langer duurde eer ik de meertjes kon bereiken. Meer op wilskracht dan met plezier dat ik het laatste uur heb doorgemaakt. Neem een moment om mij wat te wassen en de drinkbussen te vullen alvorens ik door klim naar de refuge die in een heel goede staat was. 


Er is zelfs verlichting met een timer. Geeft ons één uur kunstlicht. Mooi uitzicht op het dal waar ik morgen langs af moet dalen. Wanneer het donker werd was de verlichting van de tunneluitgang diep in het dal goed te zien. Ik kijk uit naar het douchemoment van morgen. Kan dan de stand van zaken opmaken voor het volgende traject

Dag 22:
5 september: Refugi de Conangles

Officieel zit ik over de Helft
Mistig in de nacht maar het klaarde in de ochtend een beetje op. Zit op de overgang van twee weersgebieden. Wat het klimaat betreft zit dit stuk Spanje onder invloed van Franse stromingen en is veel natter dan je zou verwachten. Ik was vrij vroeg in Refugi de Conangles. 


Met hand en tand probeer ik de uitbater van dienst uit te leggen dat hier een pakket aangekomen zou moeten zijn. Het werd mij stilaan duidelijk hoe de post in de bergen werkt. De postbode komt hier echt niet langs maar de mensen die post verwachten halen die zelf op in het postkantoor. Hij zegt dat ik naar Vielha moet om mijn pakket op te halen. Ik vraag hem of hij naar het postkantoor wil bellen om te horen of er effectief iets ligt. Blijkt zo te zijn. Hij belt naar iemand anders of die mijn pakket mee kan brengen. Ik moet heel hulpeloos hebben gekeken want wat later zei hij dat hij mij wel naar Vielha zou voeren met zijn auto. Hangt een briefje aan de deur en doet zijn refuge dicht voor een klein uurtje. Vriendelijke mens. Vraag hem hoe ik hem moet bedanken en wat dat moet kosten? Doet het gebaar van een omarming. Als ik hem duid op de “smell” die als een wolk om mij heen hangt zegt hij dat we in de bergen zijn. Vreemde zaak dat het postpunt in België voor deze zending bijna 49 euro heeft durven aanrekenen terwijl ik voor mijn eerst pakket net geen 17 euro heb moeten betalen. Ik begrijp dat er twee tarieven zijn die bij 5 kg hun kantelpunt hebben. Niet ieder postpunt in België lijkt heel strikt om te gaan met dit kantelpunt. Toch iets om rekening mee te houden (en een reden te meer om, mocht ik het over doen, toch wat meer bevoorradingspunten in zou kunnen lassen.) In de aanloop naar het avondeten zit ik mij vol te proppen met alle extra’s die mijn vrouw in het pakket heeft gestoken als een verrassing op mijn afgemeten standaard rantsoen van iedere dag. Ik maak het voornemen om vanaf nu mijn rantsoen van iedere dag op te eten. Iets wat beter en beter lijkt te lukken. Een deel van de verklaring dat ik zo heb moeten wringen om de noten en gedroogde vruchten combinatie binnen te wringen tussen Hendaye en Lescun is dat ik er minder gedroogde vruchten in had gestoken omdat ik ze niet meer in huis had. De daarop volgende mengeling had meer suikers in de vorm van gedroogde veenbessen. De zoet zurige smaak kon ik erg waarderen.

Dag 23:
6 september: Estanh Mort

Gisteren bij het avondeten en deze morgen aan het bunkeren geweest en mijn systeem vol brandstof gestoken tot ik niet meer kon. Een goed ritme gehad. Traag maar lang gestapt. Eindelijk eens een stuk Pyreneeën zonder al te veel koeien(vlaaien). Route aangepast en Estany de Mar geschrapt. 
Wilde een eind naar het oosten geraken terwijl de omgeving hier ook fraai is. Een dag waar ik mij echt middenin de scene opgenomen voelde. Moeilijk te beschrijven hoe dat voelt. Net alsof je vervloeid met een groter geheel. Bij Refugi de la Restanca hou ik een korte pauze. Zie daar een man met erg lelijke blaren op zijn voeten. De tijd van de zware bergschoenen lijkt voorbij te zijn. Hij heeft de overgang nog niet gemaakt. Ik zie meer en meer lichte wandelschoenen verschijnen. 


Ik heb mijn tweede paar schoenen op laten sturen samen met mijn eten richting l’Hospitalet près L’Andorre. Er beginnen her en der wat gaten te vallen die ik provisorisch met naald en draad en een vingerhoed heb hersteld. Toch hoop ik ze tot het eind te kunnen dragen (wat maakt dat ik voor het laatste stuk hoogst waarschijnlijk met een reservepaar zit opgescheept dat ongebruikt tot Banyuls werkloos in de rugzak blijft zitten.)

Sta aan Estanh Mort, het meer waar ik ooit met mijn dochter onder minder gunstig weer heb gestaan. Nu aan de oostkant om zo lang mogelijk van de zon te kunnen genieten. Mezelf verplicht om mijn rantsoen van deze dag op te eten want ik draag nu voor 11 dagen eten mee. Toch goed voor bijna 7kg. Loop nog voor de avond valt naar de zuidkant van het meer waar een bron is die vers water levert.

Dag 24
 7 september: Estany Pudo

Eerste echte vriesnacht. Ijskristallen in mijn drinkwater. Salardu skip ik en maak via Vall Gerber een alternatieve doorsteek naar Refui Gracia Airoto. Wat gefrustreerd dat het zo lang duurde eer ik coll de l’estany Gelat kon bereiken. De klim ernaar toe zeker tot coth deth tuc Gran de Sendosa viel tegen. Dacht dat daarmee heel mijn plan voor vandaag werd ondermijnd. Veel gesukkeld, zit niet in mijn ritme, wilde te snel gaan en dat wreekt zich. Werd wat rustiger in de klim naar Coll de l’Estany Gelat. 


Hier is een 7 daagse run is bezig. Vandaag aan hun laatste dag begonnen . De  PSR.run gaat over een lengte van 240 km, met een totaal van 15000 hm. Geregeld hoorde ik sommige lopers Nederlands spreken. 

In de afdaling naar de C-28 kwam de onrust weer naar boven. Teveel aan het jagen geweest in de weg naar beneden. De vrees dat ik dat niet zou halen of veel te laat. Daardoor één keer flink op mijn bek gegaan. Ik had Estany Pudo in mijn hoofd als overnachtingsplek. Aan de weg mij tot bedaren gebracht. Mezelf een pauze opgelegd. Terwijl een koppeltje met kinderwagen wat verderop in alle rust in het gras ligt naast een beekje. In de dag gewoon vergeten om de tent te laten drogen. Dit nu goed gemaakt en dan, na mijn pauze, gewoon zoals het hoort traag maar  gestaag vooruit.

Voetje voor voetje. Zo kom ik er ook. Het is winderig langs het water. Kattenwasje gedaan en dan snel de tent in. Koken doe ik standaard onder het zeil. In de luwte van de tent kan ik veel zuiniger koken. 


Rekende in de voorbereiding op 1,5 esbit tablet/dag maar in 90 % van de gevallen red ik het met ééntje. Krijg dan gemiddeld 700 gr water aan de kook met 14 gram brandstof. Genoeg voor mijn avondeten.

Dag 25:
8 september: Barranc de Comamala

Een zorgeloze wandeldag is het geworden. Vrijelijk mijn weg gezocht door het open landschap tot Refugi Gracia Airoto. 

De meren onderweg zijn mijn bakens om op het goede spoor te blijven. Het zicht is goed, de richting duidelijk. Helemaal niet lastig lopen en een heel ander open landschap dan de vorige dagen. 

Het lijkt hier meer op een prairie dan een rotstuin. Heel de hut is bezet door een koppel met een mix van kinderen. Onmogelijk allemaal uit dezelfde genetische poel. Samen een weekend op de buiten. Sommigen zijn nog heel jong. De twee volwassenen hebben er blijkbaar geen moeite mee dat ze roken/drinken. Hou er een pauze en sla het familiemoment gade. 

Alles behalve een klassieke opstelling. Met een gps, kompas en kaart in de buurt slaag ik er toch in om de weg naar Isil in te slaan ipv mijn neus richting Alos de Isil te richten. Dat komt ervan als je je gevoel volgt en niet af en toe eens op de kaart kijkt. Ik was al te ver opgeschoten om nog terug te keren. Mij er weinig druk om gemaakt maar het is wel een kemel van formaat. Maakt de route wat langer maar een heel stuk gemakkelijker. Voor Isil even een pauze gehouden en de tent gedroogd, kleren uitgewassen bij een waterpunt. Het is zo warm dat ik de ‘propere’ kleren nat aan kon doen, geeft nog eens verkoeling en tegen de avond zal alles terug droog. Het asfalt tot Alos goed verteerd. Voor ik de klim aanvat nog even een rustpauze net na de brug over de Riu Noguera Pallaresa. Eet nog wat om dan op mijn dooie gemak de vallei te volgen waar de barranc de Comamala doorheen stroomt. 

Zoek tegen het eind voor de klim echt begint een vlakke plek op naast een beekje. Een Duitser Tobi genaamd passeert ook en is van plan om zich bij het kleine meertje wat hogerop te zetten. Hij voorspelt onweer en regen voor morgen. Ik zag hem voor het eerst toen de hut beheerder van Refugi de Conangles mij naar Vielha voerde en hij kwam aangestapt.

Dag 26:
9 september:Noarra

De dag van de mooie meren en evenveel mooie bivakplekken. 


Ook de terugkeer van stront. Tobi had last van opdringerige koeien aan het kleine bassa de sobrui. Toen ik in de klim naar boven voorbij zijn tent kwam, hoorde en zag ik hem gesticuleren tegen een stel koeien die zich vervelend gedroegen tijdens het opbreken van zijn tent. Coll de la Cornella was een gemenerd zo vroeg op de dag. Ik heb bij Estanys de Tartera geregeld moeten temporiseren om tal van kleine kikkers de kans te geven zich uit de voeten te maken. Ook kort een steenbok gezien. Het moet de eerste zijn die ik in al de jaren dat ik hier rondloop zie. Nee geen Pyreneese want die is uitgestorven en vervangen door de soort uit de Alpen. 

Op Coll de Calberenante een droogpauze gehouden van mijn tent. De steenmannetjes waren welgekomen richtingaanwijzers in de afdaling naar Refugi Enric Pujol. Een mooie bivakplaats bij de sneeuwpaal. Na Estany de Llavera heel veel schapenstront op het pad (Ik fantaseer “van de schrik” omwille van de steilte die het pad hier heeft wanneer de kudde er langs moet). Daarna was het rustig uitlopen richting Naorra. 


Ik had dat gehucht aangevinkt als een mogelijke overnachtingsplek. Nogal wat vlakke stukken te vinden bij de beek. Tijd genomen om een goede plek te zoeken voor de zondvloed die er staat aan te komen. Nog iemand tegengekomen die mij deze nacht en morgen sterkte wenst voor wat er staat aan te komen. 

Ik ging ervan uit dat ze aan het overdrijven waren. Ik loop nog even naar het waterpunt in het gehucht en kruip in mijn tent.:

Dag 27:
10 september: Tureluren naar het tentzeil boven mijn hoofd
Ik besluit om ter plaatse te blijven. Er is deze nacht een hoop regen gevallen en ik zie dat de toppen onder de sneeuw zitten. Er staat met deze beslissing een lange dag aan te komen. 


Probeer er het beste van te maken. In tussentijd zit ik naar het tentzeil boven mijn hoofd te kijken en de vorm van de trailstar. Wat zou het mooi zijn mocht ik een stabiele shelter kunnen maken met wat minder grondoppervlak, goed bestand tegen de wind. Veel heeft dat gepieker niet opgeleverd. Piekeren is als schommelen. Je gaat heen en weer maar geen stap vooruit las ik ooit eens als een kop boven een artikel.

Dag 28:
11 september:Refugi de certascan
Miserabele nacht achter de rug. Zoveel regen gevallen dat ondanks het grondig uitzoeken van een tentplek ik toch met plassen water aan het voeteinde van mijn slaapzak zat. De ondergrond is gewoon verzadigd geraakt met water. Vermits ik op een verkorte mat slaap en de rugzak nog niet had leeggemaakt om onder de voeten te leggen zit ik, ondanks de behandelde bivakzak met siliconen toch met een nat voeteinde. Zat een tijdje, midden in de nacht  rechtop als een zielig hoopje, benen opgetrokken, merendeel van mijn gerief op nog droge plekken om na te denken hoe ik het verder aan zou pakken om niet de ganse nacht op te moeten zitten. Ik verwens mezelf dat ik niet voor een goed grondzeil heb gezorgd. Dat zou op dit moment nogal een geruststelling zijn geweest. Ik tape opstaande randen aan een vuilzak en leg hem onder mijn voeteinde (hoewel het logischer was geweest dat ik gewoon mijn rugzak had leeggemaakt en onder mijn voeten had gelegd.) Hoe dan ook zou ik vandaag vertrekken en zien hoe ver ik zou geraken. Doe mijn dikke wintersokken aan en volledige regenuitrusting. Mocht al snel concluderen dat ik blij mag zijn als ik Refugi de Certascan veilig kan bereiken. Hoe hoger ik ga hoe meer sneeuw ik onder de voeten krijg. Het weer is ook niet helder zodat ik amper een idee heb waar ik ben. Markeringen en steenmannetjes geraken stilaan bedolven onder het witte pak. Gelukkig dat de gps mij wat op het juiste spoor houdt en dat er twee Fransmannen vanuit de hut zijn vertrokken en hun voetsporen hebben achtergelaten. Ik kwam ze tegen in de aanloop naar Col de Certascan. Ongelofelijk hoeveel sneeuw er is gevallen. Wat was ik blij dat ik de hut in beeld kreeg. Besloot gelijk om er te blijven. Geen moment pauze gehouden, het weer was er echt niet naar. Achteraf spijt dat ik mijn fototoestel niet bij de hand had gehouden. Het is nog erg stil in de hut. Hang mijn gerief te drogen. In de loop van de dag stroomde de hut langzaam vol. (blijkbaar een of andere feestdag in Catalonië) Waar ik eerst dacht een heroïsche daad verricht te hebben, ook een niet zonder gevaar blijkt dat meer mensen deze sneeuwval hebben moeten trotseren. Had eerder gevraagd om samen met het eten wat zonnecrème op te sturen. Ik moet glimlachen bij de constatering dat een sneeuwbril een betere keuze was geweest. De wasdraad boven de houtstoof hangt afgeladen vol met wandelschoenen, veters aan elkaar gestrikt.
Ze hebben er bier van de tap, halve euro duurder maar erg lekker. Net als in de vorige hut zoeken mijn ogen tafels waar tijdens het avondeten niet alles wordt opgegeten. Op de duur krijg ik zonder te vragen overschotten toegestopt tot groot jolijt van mijn tafelgenoten die ook mee profiteren van de extra’s. Merendeel van het volk dat binnen sliep was Spaans, enkele Fransen, 3 Duitsers en ik als enige Belg. Er zitten paar HRP lopers tussen. De anderen zijn voornamelijk hier omdat ze de Port Del Cel lopen. In de hut is het constant 27°C. In de namiddag liet de zon zich meer en meer zien en begon bij zo’n 5°C de meeste sneeuw opnieuw te smelten. Het was best een aangename sfeer in de hut die zelfs aangesloten is op het elektriciteitsnet en WIFI verbinding heeft. Praat met Tobi over zijn materiaal dat hij bij heeft. Misschien moet ik ook mee gaan met mijn tijd als ik zie wat de kwaliteit van de locusmap is op zijn smartphone. Voorlopig was hij ook erg tevreden van zijn Choetech 19W zonnepaneel dat hij met zich mee droeg.

Dag 29:
12 september: Pla de lo Mercat

Pla de lo Mercat: zou ook “vla de lo mercat kunnen heten omwille van de koeienvlaaien (Al valt het op het stuk waar ik sta nog erg mee). Was de berg gisteren een koele minnares die mij eerder afwees dan toonde ze zich vandaag van een zinderende welriekende kant. De zomerse temperatuur maakt onderweg allerhande geuren los van dennen en kruiden. 


Een topdag is het geworden. Ik had weinig prettige herinneringen aan de afdaling zuidelijk van Estany Romedo de Baix richting Pla de Boavi en koos ervoor om de directe route te nemen die -rood/wit gemarkeerd rechtstreeks vanaf refugi de Certascan naar Pla de Boavi afdaalt. 


Ik las achteraf dat ik niet de enige ben die zich in het verleden flink heeft verkeken op dat traject (zie worst section  https://dowhatmakegood.de/hrp-pyrenean-haute-route-tour-summary-resupply-points-and-gear-list/). Gelukkig had ik wel een alternatief achter de hand. Tobi die op het eind van de dag, het begon al te schemeren, ook arriveerde bij Pla de lo Mercat had zich wel gehouden aan de route zoals in de gids beschreven. Hij zag mijn tentje vanop een afstand staan en heeft het zijne een eindje verder gezet. Het moet een stevige knaap zijn dat hij heel dat traject op een dag heeft afgelegd. Terugkomend op het begin van de dag: Pla de Boavi heeft mooie opties voor een kamp wanneer je noordelijk van de stroom naar het oosten loopt. De daarop volgende klim richting Refugi de Baborte is een klim die nooit verveelt. Een mooi pad dat zich geleidelijk omhoog werkt, een variatie aan landschap, verre uitzichten. Onderweg nog een Duitser tegen gekomen (daar lopen er blijkbaar veel van rond) die lovend was over het kader waar binnen Refugi de Balau ligt (traject op de gr11). 

Had ook naar daar uit moeten wijken omwille van de sneeuwval de voorbije dagen. Had wat vragen aan mij rond mogelijke bevoorradingspunten verderop. Als ik hem hoor ben ik toch blij dat ik extra voedsel mee zeul. 


Het geeft mij vrijheid en minder kopzorgen en zelfs meer variatie in eten. Tobi heeft zich vandaag tevreden moeten stellen met enkel aardappelvlokken op smaak gebracht met wat zout.

Dag 30:
13 september: cabana dels Planells de Rialp

9 u onderweg geweest.
3 cols en drie landen bezocht. De bivakkeerplek zag er in de afdaling naar rui de Rialb, een vlakte hoog tegen de grens tussen Frankrijk en Andorra van boven veel belovend uit maar eenmaal beneden dacht ik er anders over. De koeienstront maakt het heel onaantrekkelijk om er te kamperen zodat ik op de duur op minder vlak terrein bij het hoogst gelegen hutje in de Rialb vallei mijn tent op moest stellen. Dan was de locatie van gisteren een juweel. 

Ook de aanblik van Etang de la Soucarrane onderweg viel erg tegen. Staat nu als etappeplaats aangeduid in de nieuwe gids. Zelf was ik in het verleden ook lovende over deze plek maar er zijn minder bivakkeer mogelijkheden dan wat oplichtte vanuit de herinnering. Ook hier weer veel uitwerpselen (maar dat zou van jaar tot jaar kunnen verschillen). Even loop ik fout bij het maken van de doorsteek naar Port de rat. Bij het skistation langs Andorese kant spring ik over op een variant en wil de komende dagen via de L’Ariege (Frankrijk) ipv Andorra naar l’hospitalet près l’Andorre lopen. Ik begrijp niet goed waarom de huidige gids je eerst naar Estany del Mitg de Tristaina laat lopen om dan af te dalen. Er loopt achter de gebouwen een gemarkeerde route die ook richting oude weg naar El Serrat gaat. 

Ik volg hem een tijdje om dan door te klimmen naar Portella de Besali. Goed gemarkeerd met gele verfdotten. Morgen staat compleet onbekend terrein op de agenda en duik ik met Port de Bagnell terug Frankrijk in. Ik merk aan kleine zaken dat, nu ik al een maand onderweg ben, ik in een heel andere mindset zit dan de eerste weken. Iedere ochtend neem ik een multi-vitamine preparaat. Een potje gevuld met 45 pilletjes. 

Ik herinner mij dat de eerste dagen ik mij geregeld zat te bedenken dat de inhoud toch maar traag minderde terwijl ik deze morgen moest constateren dat er blijkbaar tijd versteken is en het potje toch al erg leeg leek. Voor mij een gunstig teken dan ik in een acceptatiefase zit, ballast overboord is gegooid en ruimte vrij is gekomen in het hoofd.

Dag 31:
14 september: Etang de Fontargente

Zo’n dag die uiteindelijk een heel mooi plaatje heeft afgeleverd. Deze morgen al vroeg wakker en gewekt door helikoptergeluid. 

Mijn eerste gedacht was: die komen de hut renoveren (zag een eerste lading met hout,banken en matrassen) maar hun doelen zijn minder nobel. Mensen met geweren stappen uit. De helikopter is nog 5 keer vracht af komen leveren. Blijkt dat ze hier een “luxe” basiskamp komen maken voor een jachtpartij op gemzen. Vraag niet wat dat moet kosten om hier hoog in de bergen aan deel te mogen nemen. De klim naar Port de Bagnell was duidelijk aangegeven. 

Op de col komt het mooie Etang de Soulanet in beeld. Oostelijk is Crête de Sal duidelijk zichtbaar. Daar moet ik in eerste instantie naar toe.  Geen lastig terrein. Dan een afdaling langs een beekje tot de kom aan de voet van Col l’Homme Mort. Ik volgde mijn gps spoor maar het blijft toch wat je eigen weg zoeken in de weg naar boven. Te weinig steenmannetjes om je houvast te geven. Verrassend is de vlakte halverwege de klim. De balkonwandeling die daarna volgt is overvloedig gemarkeerd met steenmannetjes zodat het niet zo moeilijk is om de col in het oosten te bereiken. De blokken zijn soms zo groot dat het relatief snel vooruit gaat door van de ene naar de andere blok te huppelen. Dat is een vaardigheid die je alleen maar al doende leert. Onder mij is het mooie Etang de Coume d’Ose te zien. 

Vanaf de col zag ik Etang de Mirabail. Een meertje waar ik eens hopeloos naar heb lopen zoeken omdat ik de aanloop van het pad niet vond. 


De afdaling naar ruisseau de la Coume de Varilhes wilde ik op eigen inzicht doen maar het was toch vooral sukkelen op een veel te steile helling. Beneden een kudde mooie Mérens paarden. Veel dagwandelaars die een uitstap hebben gepland. Er is een parkeerplaats bij Pla de las Peyres https://goo.gl/maps/2YUJKqgwYjC9uHnj9   Korte pauze genomen bij de brug om dan  door te klimmen naar de Etangs de Fontargente. Zit een droomlokatie op de zuidkant van het middelste meer. Nog volop bosbessen en in de buurt van een stroompje dat vers water aanvoert. Ik ben niet de enige die hier overnacht.

Dag 32:
15 september: gîte l’hospitalité

Dacht er een uitloopdag van te maken naar mijn laatste bevoorradingspunt maar toch nogal wat blokkenvelden voor de voeten gekregen na Port d’Albe. Stevige regenbuien gehad de voorbije nacht. 
De pannenkoek gooitenten van de Decathlon die ik hier zag leken het gehouden te hebben. Er worden nog mensen wakker wanneer ik langs de twee lacs de l’Estagnol stap in de aanloop naar de col. Mooi geprepareerd pad tot Etang de Juclar. 

Dat was in het verleden toch anders. Volgens mij is daar extra werk in gestoken nu het een deel van een wandelnetwerk is geworden. Ver van het officiële pad zie ik nog enkele steenmannetjes. God weet hoe lang geleden die zijn geplaatst. Etang de Juclar zag er troosteloos uit met zijn lage waterstand. Zie ook de plek aan de noordkant waar ik jaren geleden heb gestaan met mijn akto. Ik heb daar toen op een echt onnozel stuk gestaan. Onmogelijk om er met mijn trailstar te staan. De betere bivakplaatsen bevinden zich op de oostkant van het meer. Bij Etang de Couart zie ik van grote afstand het silhouet een koppeltje naaktzwemmers. Beiden met erg ranken leden. Beetje vreemde plek voor een dergelijke scene. Ook nog een moeder met een zak met fruit en eten allerhande. Ze is samen met haar man wachtend op haar zoon die met twee andere vrienden de HRP aan het lopen is. Willen een moment verpozen met elkaar. Ze vraagt of ik hen al had gezien. Ik krijg van haar een tros druiven in mijn handen gestopt. 

Vandaag niet zo’n wauw gevoel over de weg naar beneden. Teveel menselijke activiteiten,  in de vorm van betonnen dammen, achtergebleven materiaal. Ik heb de indruk dat lopend door Vallée de Sisca een mooier plaatje op zou leveren. Erg stil in de gîte en in tegenstelling tot de vorige keren staat mijn pakket nu wel op mij te wachten. Ben de enige in de meer persoons kamer. 


Neem uitgebreid de tijd om mij en mijn kleren te wassen, batterijen op te laden en eet alvast de extra’s op die zijn huisgenoten goed bedoeld in het pakket hebben gestoken. Ik zit nog met reserve van het vorige deel zodat ik mij op het laatste stuk, geregeld op een dubbele portie soep,couscous combinatie kan trakteren. De schoenenwissel stel ik uit. Zoals het er nu uitziet geraak ik zonder problemen in Banyuls met wat ik nu aan de voeten draag (al is het profiel bijna zo goed als weggeveegd en heb ik met wat naald en draad een scheurtje moeten dichten.)  Inov8 is er na jaren dwalen met verschillende versies van hun roclite 315 eindelijk in geslaagd om terug een duurzamer type te maken. Het feit dat stiksels zoveel mogelijk achterwegen zijn gelaten maken ze veel duurzamer. Tot nu toe mijn winterkleding amper nodig gehad en ook vandaag in korte sportbroek en met katoenen T-shirt gelopen. We zitten maar met 4 personen in de gîte. De andere zijn geen grote eters zodat ik ook hun porties naar binnen werk.
Vandaag 35j gehuwd. Ik vraag aan de eigenaar van de Gîte of hij een foto van mij wil maken die hij doorstuurt naar mijn vrouw. Ik heb geen slimme telefoon die dat kan. Ik vraag of hij in kan zoomen en maak met mijn handen een hartje. Ik weet het, erg melig maar wel gemeend. Hij stelt voor het buiten te doen, voor zijn gîte. Eenmaal thuis zie ik dat hij toch vooral zijn pand in beeld heeft gebracht. Ach het is het gebaar dat telt. Met zekerheid is gisteren een of ander dier met mijn afvalzak aan de haal gegaan toen ik bij het meer stond. Ik zit er wat verveeld mee want dat is toch heel wat plastiek en WC papier dat daar gaan rondzwerven wanneer de dief gaat merken dat er wel een geur heeft gehangen rond zijn buit maar dat het verder geen ene calorie op gaat leveren. Die heb ik al schrapend met mijn lepel naar binnen gewerkt. Misdaad loont niet.

Dag 33:
16 september 2019: Lac Long

Het ontbijt was op zijn Frans. Thermos was gisterenavond al gevuld met koffie en met een verwijzing naar de microgolf om hem desgewenst op te warmen wanneer niet warm genoeg meer. Volgepropt met muesli, brood en confituur. Hoever vandaag de benen me gaan dragen is de vraag. Om geen waarom dat ik met deze 8 kg extra aan eten en allerhande Pic de Carlit op ga. (trailrunners, esbit, 500GR m&m’s. Een surplus die ik terug vond in mijn nieuw paar schoenen) 

Het dorp uit, Vallée de Bésines in. Metronoom gewijs, “tik tak”, voet voor voet op een tempo dat ik uren vol kan houden. Alleen de helling bepaalt het tempo. Benen losgekoppeld van het hoofd. Ik geraak verder dan gedacht. 


Oostelijker dan nu ben ik nog nooit geweest. Vanaf morgen wordt heel de route nieuw voor mij. Ik kijk terug op een aangename dag. Geen al te moeilijk terrein geweest met plaatselijk na Refuge des Bésines soms heel mooie bivakplekken tot Col de Coume d’Agnel. 


Helikoptervluchten hoog boven en soms laag door Coma de la Grava. Moet waarschijnlijk mooie beelden geven maar of het echt moet om op die manier de rust te verstoren is maar de vraag. Vandaag de jongens tegen gekomen van wie de moeder gisteren op wacht stond. 

Blijkbaar hadden we al samen gezeten in Refugi de Certascan maar daar kon ik me niets meer van herinneren. Sta aan Lac long. In principe mag hier net zoals rond Bouillouse pas vanaf 19u de tent worden opgezet. Doe in tussentijd dan maar wat anders. Ik had water getankt bij de publieke WC’s/infopunt aan de barrage van het meer van Bouillouse maar ik had beter alle flessen gevuld. 

Geconfronteerd met stilstaand water waarin ook nog eens cyclops en watervlooien in leven (die ik dus levend moet koken). Vissers zijn nog volop in de weer.

Dag 34: 
17september: Vallée d’Eyne


Windstille nacht. Nog voor ik zelf uit de tent kwam kwamen de eerste vissers al weer aangelopen. Een man die gisteren met mij een praatje heeft gemaakt, zegt dat hij een tijdje in Roeselare heeft gewerkt voor de firma Storck. Hij heeft het zo niet op Nederlanders en ook over wat er in Parijs allemaal wordt beslist, heeft hij geen goed woord. Hij verklaart diep in zijn hart een Catalaan te zijn en zeker geen fransman. Ik wist niet dat in deze kwestie de grens niet mee speelt. 

Prettig wandelen in de ochtend langs de verschillende meren waar het watervlak zo goed als rimpelvrij was. Over boswegen tot Bolquère waar ik aan een bronnetje in het dorp water kon tanken. Het klassieke bord dat steevast wordt gefotografeerd vertelt dat -over de GR10- nog 155 km moet worden afgelegd om Banyuls te bereiken. 

Blij dat ik niet op de D39 weg ben gebleven maar via een wandeltraject naar Eyne ben gelopen. Ook nog eens met educatieve borden en met onderweg enkel dolmen die bezocht kunnen worden. Ik hou een droogpauze op een centrale picknickplek in het dorp om dan de gelijknamige vallei in te trekken.


Ze waarschuwen hier expliciet voor een gewelddadige kudde koeien die hier de omgeving zou terroriseren. Zouden ze zich evolutionair aan het verzetten zijn tegen het feit dat ze het niet meer accepteren “uitgemolken” te worden is een gedachte die bij mij op komt. De drie Franse jongens waren er ook. Ik doe een suggestie voor een bivakplek wat verderop maar diegene die zowat de leiding heeft over het groepje leek er weinig oren naar te hebben zodat ik halverwege mijn zin de rest maar heb ingeslikt. Dat iedereen maar zijn eigen ding doet. Ik zoek een vlakke plek wat niet zo evident was. Voordeel van het reservepaar schoenen:


Ik kan op het eind van de dag droge sokken aan doen. Het valt me trouwens op dat er al grote gaten zijn gevallen in de twee paar sokken die ik bij heb. Die zullen wel versleten zijn op het eind van de tocht.

Dag 35:
18 septeptember (bij refugi d’Ull de Ter)
 
Een pracht van een dag is het geworden. Ik had er zin in gehad en verteerde het op en neer over de grenskam goed. Terugblikkend op gisteren had ik beter nog een half uur verder gestapt, het onweer trotserend.
Daar waren best mooiere plekken te vinden korter bij col d’Eyne. Wat verder van de beek maar met meer ruimtelijk zicht. 


Had vandaag nog verder willen gaan maar om 14u is het beginnen onweren met regen en hagel en was ik genoodzaakt om het zeil op te spannen. Moeilijk om een goede plek te vinden eenmaal voorbij Refugi d’Ull de Ter. Daarvoor had ik iets voor de refuge moeten stoppen. Eerder onderweg nogal wat tegenliggers van jongeren. Hun rugzakken alles behalve gestileerd, buiten boord hangend, wiegende slaapzakken, overmaatse broeken en schoenen wel heel los geveterd. Achter mij een jong meisje solo lopend. 


Compleet een andere stijl en duidelijk iemand die wel op de details heeft gelet. Ze had nogal wat last van reacties allerhande van de jonge mannen die haar tegemoet kwamen. We wisselen wat korte zinnen uit. Ze loopt over de gr 11 tot de zee. Ik begrijp dat ze iets oproept bij de mannen maar om haar daarmee te belasten onderweg nee, dat doe je niet. Dat staat haaks op wat we hier samen proberen te beleven. Veel teleurstelling bij heel wat mensen die beschutting wilden zoeken in Refugi d’Ull de Ter en tot de conclusie komen dat de hut gesloten is. Gidsen worden boven gehaald en opgezocht waar de volgende overnachtingsplek is. 


Iedereen gaat zijn eigen weg. Zelf toch nog een redelijk vlakke plek kunnen vinden net onder de refuge. Uiteindelijk blijkt dat ik op een skipiste stond. In de loop van de avond heb ik mijn zeil verplaatst naar een andere plek omdat door de regen er toch water onder het zeil begon te lopen. Het koste mij uit luiheid wat moeite om de beslissing te nemen om tussen de buien door alles op te breken maar eenmaal alles terug was opgesteld kwam er rust over mij. 


De gemzen die ik vandaag tegen kwam reageerden veel minder schuw op mijn aanwezigheid. Zo hoort het eigenlijk.

Dag 36:
19 september: Cabane Forestiere Mariailles

Nog 5 dagen stappen en ik zou aan de zee kunnen zitten. Nadat ik het skistation Vall Ter achter mij had gelaten heb ik lopen genieten van een landschap zoals ik het graag heb. 

Een soort hoogvlakte waar buiten gras, amper iets groeit en zo tegen het eind van de zomer het rosbruine gras zich overeind probeert te houden. Hier en daar een dwergden die hetzelfde probeert te doen. Als dan nog eens het lichtspel van de zon en de wolken over het landschap rollen maakt dat het plaatje compleet. De eenvoud van het landschap geeft rust. 


Hier en daar een steen die nog niet vermalen is. Ik had in de voorbereiding dit gebied aangevinkt om mogelijk mijn tent op te slaan iets onder de kam. 



Daar waar de jonge Mantet ontspringt. Een tip die ik vond in het verslag van Willem. Het onweer van gisteren heeft dit plan omgegooid. Ik had een kleine misser in de route zodat ik pas om 15.30u aan de refuge was. Het begon stevig dicht te trekken met een Canigou in de wolken zodat ik niet veel zin had om verder te trekken. Hoewel ik het beter had gedaan omdat het onweer zich niet heeft doorgezet en anderen die na mij aankwamen na een inspectie van de hut hun weg wel hebben verder gezet. Ik kan hun beslissing begrijpen. 

 
De aankleding van de hut is erg somber en de brandgeur die hier hangt van de open haard pakt op de adem. In principe wordt er op het verdiep geslapen maar vermits ik op het eind van de dag hier als enige ging overnachten heb ik mij op de tafel gelegd en heb de buitendeur open gelaten in de hoop dat dit mij wat meer frisse lucht zou geven. Volgens mij niet goed gelukt daar ik het idee had dat er een tocht was via de schouw richting open haard en zo minuscule roetdeeltjes de lucht in joeg.

Dag 37:
20 september: Col de la Descarga

Vandaag 11u hard labeur om op schema te blijven. Voordeel was dat ik deze morgen goed op tijd kon vertrekken en de deur al uit was voor het helemaal licht werd. Bij col Vert zag ik nog iemand zijn tent opbreken. Binnen de 2u was ik bij Cabane Arago. Een heel gezellige hut voor max 5 personen mooi met hout afgewerkt langs de binnenkant.

 Onderweg naar de top kwam ik de twee vrouwen tegen die gisteren de hut kwamen inspecteren en nog door zijn doorgelopen. Hebben met nog twee anderen in cabane Arago overnacht en in alle vroegte vertrokken om de zonsopgang mee te maken; Ze baalden een beetje dat ze niet als eerste boven waren en eigenlijk net iets te laat voor de eerste stralen. Verrast van de pit die ze uitstraalden in een dialoog met iemand die eigenlijk een vreemde voor hen is. Vulden hun drinkbussen bij Font Nostra met de toevoeging “oef, l'eau sans “kaka de vache”. Verwijzend naar water aftappunt bij hun overnachtingsplaats waar er zich tal van koeien ophielden. 

De klim naar de top verliep zonder moeilijkheden zelfs met het lichte handen en voetenwerk van de laatste meters inbegrepen. Bij Refuge des Cortalets vulde ik mijn water terug aan. Het trok weer wat dicht na de hut zodat er maar weinig te zien was tijdens de balkonwandeling, een GR10 variant. 

Restanten van een vliegtuig dat hier ooit tegen de helling te pletter is gestort. Ik weet de uitkomst niet van het verhaal maar toch het gevoel dat ik hier naar een graf heb zitten kijken en daarom toch met enig respect de plaats verlaten. Dan volgde een lelijk stuk over een helling waar koeien probeerden nog wat gras te vinden tussen alle houtresten van wat ooit een bos leek te zijn. Het veranderde toen ik terug op de GR10 kwam en ik lange tijd op een bijna vlak pad de vallei door trok. Ook nu viel mij op dat er doorheen de tijd toch heel veel tijd is gestoken om dit gebergte te ontsluiten door het aanleggen van paden. Hoewel de natuur ook voor erosie zorgt is de mens, wanneer hij afstekers maakt ook verantwoordelijk voor het verval van deze paden. De twee hutten Cabane du Pinatell en Maison forestière de l’Estanyol waren degelijk maar zonder matrassen. Enkel bij die laatste stroomde er nog water. Ik heb er stevig de pas in gehouden. Liep nog steeds in T-shirt en korte broek terwijl het dicht begon te trekken richting Col de la Cirère. Mijn plan was om in de buurt van Col de la Descarga een overnachtingsplek te zoeken. Gite d’étape de Batère lag er maar somber bij. Zeker de vervallen gebouwen doen wat afbreuk aan het geheel waardoor deze gite langs buiten weinig gastvrijheid uitstraalde. De vlakke plekken bij de col vielen wat tegen. 

De plaatselijke top nog bezocht of er daar iets te versieren viel maar teveel uitwerpselen vandaar dat ik toch maar terug naar de weg ging en mijn tent bij de parkeerplaats heb opgesteld. Nog de kans gehad paar handen vol bramen te plukken. Daarna snel moeten werken om droog onder zeil te geraken.. Nu sta ik hier in de mist op een vrij troosteloze plek

Dag 38:
21 september: Montalba d’Amélie


Ik stel bij het opstaan mijn sombere gedachte bij over deze bivakplek en besluit dat ze niet tot de mooiste locaties zal behoren maar wel heel functioneel is geweest. Ik heb nog maar een beperkte watervoorraad en door alle regen is het water in de beken troebel geworden door het aangevoerde slib. Vandaag relatief veel door dicht bos gelopen. 
Ik kwam de eerste kurkeiken tegen in de afdaling naar Arles-sur-Tech maar erg zuiders voelde het niet aan. In een stortregen het dorp in getrokken. Een korte verkenning wat er allemaal te vinden was. Turend door het raam wat er in de verkoop was. Een slager, een bakker, café en gesloten sparwinkel (vermoedelijk eentje met een namiddagpauze en alweer heel erg blij dat mijn rugzak nog ruim gevuld was.) Ik laat de bakken water over mij heen gaan en ga er heel relax mee om. Geen gezaag of gezeur. Eerst bij de bakker binnen en koop er twee éclairs. Vraag aan de vrouw wat de voorspellingen zijn. Ze zegt dat dit toch wel echt de Côte d ’Azur is en dat dit de eerste regendag van heel de zomer is. (Ik eigenlijk vereerd moet zijn dat ik erbij was vul ik aan in het hoofd.) Morgen zouden er op weergebied opnieuw éclairs komen en zou het droger worden. Vraag of ze ook koffie verkopen. Daarvoor moet ik naar de overkant van de weg. Vraag de bakker of ik mijn taartjes binnen op mag eten. Krijg een bord en een vork en zwelg het lekkers naar binnen. Steek dan de weg over en trakteer mezelf op twee koffies en vraag of ze mijn drinkbussen wil vullen. Ik zou zien waar ik vandaag zou stoppen. Daar waren een paar opties die ik in het hoofd had, afhankelijk hoe ik het vervolg zou verteren. Die twee eclairs en de tassen koffie was alles wat ik heb gegeten na mijn ontbijt. Onderweg kwam ik twee wandelaars tegen. Hun hond was heel onrustig. Ik wist waarom. Ik zag nog net enkele schimmen van everzwijnen die zich uit de voeten maakten omdat het hun wat te druk werd. Onderweg waren er weinig opties om mijn tent op te zetten. Ik besloot om in het kleine gehucht Montalba d'Amélie een plaats te zoeken. Niet goed wetend of ze dat hier wel OK vonden. Ik had in de gids gelezen dat er wel wat mogelijkheden waren doch uiteindelijk was dat toch niet het geval. Als je echt op een vlakke ondergrond wil slapen zijn de mogelijkheden beperkt. Ik kwam er als eerste aan en koos de beste plek. Wat later op de avond kwamen er nog een duo en een solo wandelaar die deze plek als eindbestemming koos. Alle drie hadden mij al tegen gekomen maar blijkbaar let ik niet zo goed op. Doorlopen naar Col Cerda, daar zag ik toch wat tegenop. Hier had ik een bron die weliswaar erg gierig was met water leveren. Op col Cerda zijn er vlakke plekken maar geen water. Het verslag van Ervin Saver https://www.walkingwithwired.com/france-2017 was bij momenten een erg dankbaar schrijfsel om de eigen etappe indeling rond te krijgen.
Ik vloek toch wel even dat ik zo stom ben geweest om geen degelijk grondzeil mee te nemen wanneer even laten toch weer de hemelsluizen open gingen. Het blijft zeuren. In dezelfde trend: ieder keer wanneer ik in mijn klerenzak moet graaien en ik de stijve flap van een pet voel denk ik: ”Waarom Ivo, waarom steek je een pet in je rugzak?” Nog nooit in mijn leven langer dan 10minuten met een pet rondgelopen
Ik neem mij voor om er morgen een stevig dag van te maken zodat ik de laatste dag op enkele uren voor Banyuls kan kamperen. Net zoals heel wat andere nachten zit ik tijdens de uren van het wakker liggen te kijken naar de nok van mijn shelter en zit na te denken hoe het anders kan.  Daar moet voor mij zeker nog een kleinere versie komen dan mijn huidige trailstar. Nu is hij eigenlijk toch te groot voor die plaatsen waar het oppervlak beperkt is. De tramplite is alvast een vorm die verfijnd zou kunnen worden voor de eigen plannen. Verder heel tevreden van mijn rugzak. Ook daar broeden plannen om hem op enkele punten te verbeteren. Of dat nog in dezelfde stof gaat zijn is twijfelachtig. Erg duurzaam is dit laminaat niet. Ik stuur nog een kort bericht naar mijn volgers. Ik moet me steeds beperkten tot 157 karakters hoewel er meer gedachten door het hoofd tollen.
Het is wachten op een eerste blik op de middellandse zee.
Dag 39:
22 september 2019: ruïne van Panissars
Hoe stil het ook was in een gehucht waar er amper mensen wonen…deze morgen nog voor 6 uur was het een drukte van jewelste op het pleintje.



Een constante stroom van auto’s sommige met aanhangwagentjes en honden in hun trailer. Honden in een fluo vestje en een bel rond de hals. Het was snel duidelijk dat er een jacht werd georganiseerd en niet dat het voor de vroegmis zou zijn in het kleine kerkje van dit gehucht. Vermoedelijk was er hier de briefing want wat later vertrokken weer tal van auto’s.
De streek deed me wat aan de Cevennen denken. Een diep ingesneden vallei met her den der enkele woningen die tegen de bergwand waren geplakt. De jagers ben ik later tegen gekomen op mijn weg naar Roc France; Ze stonden op een rij te wachten terwijl onder in het dal de drijvers met veel lawaai de berg op kwamen, het wild voor zich uit jagend.


Een dag dat ik nogal wat brede boswegen voor de voeten kreeg. Op een of ander manier was mijn gps signaal verstoord. Mogelijk heeft dat iets te maken met de antenne op de grens. De weg naar Roc France heb ik daardoor gemist. Ik moest me op de kaart richten om mijn weg te vinden; Het laatste stuk tot Las Illas was erg troosteloos. Dat komt vooral door dat omheinde bos met schrikdraad, geërodeerd helling met heel wat hout van afgestorven bomen en struiken. Ik vermoed dat er binnen de omheining  herten of everzwijnen worden vastgehouden die heel de ondergrond omploegen. Dorpje ligt er erg verlaten bij. Maak dan de fout om mijn water niet aan te vullen omdat ik gegokt heb dat de enkele bronnen die ik op mijn gps zag richting Le Perthus mij wel zouden laven. Bij Mas Nou zag ik wel de klassieke zwarte plastiek buis richting gebouwen maar er was niemand thuis. Zou mogelijk ook een gênant moment zijn geweest omdat er plakkaten hingen om geen foto’s te maken daar er hier aan naaktlopen werd gedaan. Vrij veel rotzooi rond de gebouwen met nogal wat geiten die er vrijelijk rond zaten te lopen. Hoewel op de kaart alles er vrij vlak uit zag was er veel ondergroei zodat het wel eens moeilijk zou kunnen worden om een vlakke plek te zoeken; Ik besluit om door te lopen tot voor Le Perthus. Ik kan dan die ander bronnen gaan zoeken. Mocht er al wat ongerustheid zijn geweest om een vlakke plek te vinden. Geheel overbodige negatieve energie. Het laatste stuk tot Le Perthus gaf al wat meer opties. Een mooie afdaling door een bos van kurkeik tot ik bijna bij een parkeerplek voor auto’s uit begon te zien voor een overnachtingsplek. De eerste bron stond droog zodat ik terug keerde naar een vlakke plek tussen enkele bomen net naast de ruïne van Panissars. 

Stelde mijn tent op en ging op wandel om te zien of die ander bron wel water gaf. Het bleek dat beide bronnen eigenlijk bronnen waren die 400 j geleden wel water gaven maar nu hoogstens een bezoek waard waren om een inzicht te geven hoe er in die tijd gestationeerde legers aan drinkbaar water geraakten. Rond 13u was ik in las Illas met nog één liter water. Het is nu 17u en ik zit met dezelfde 1l water waar ik de avond en nacht mee door moet komen.

Na het avondeten zat ik bijna door mijn voorraad heen. Nog een kleine 150ml water. Net genoeg om mijn ontbijt klaar te maken. Ach, veel zorgen moet ik mij niet maken. In Le Perthus zal morgenvroeg wel ergens een kraantje te vinden zijn.

Dag 40:
23 september:Col de la Maçana



Dat gezeur over bivakplaatsen is energieverspilling. Gisteren niet de beste bivakplek maar ondanks de regen bleef het binnen droog.
Ook weinig zorgen moeten maken over mijn beperkte watervoorraad. Eenmaal in Le Perthus vond ik al snel een buitenkraan aan een huis en vulde mijn voorraad terug aan. Spijtig dat ik geen stukken kurkeik mee kan nemen voor Wilma. Zou ze zeker iets mee kunnen doen tijdens het bloemschikken. Brede boswegen maar ook enkele mooie passages eenmaal bij Chalet de l’Albère. Er zijn hier goede bivakplekken mocht je beslissen om niet binnen te slapen. Ik zie een paar paddenstoelplukkers. Hun oogst lijkt maar mager. 


In de klim naar Pic Neulos met zijn antenne zag ik voor het eerst de zee. Ik dacht dat het mij niets zou doen maar er roerde toch iets van binnen. Trots dat ik er het geduld voor op kon brengen om via de trage weg deze doorsteek te maken. 


Als je ziet met welke snelheid het landschap onder de voeten voorbij trekt betekent het dat je geduld moet hebben maar dat dit uiteindelijk toch loont. Ik heb het vandaag wat betreft de planning van mijn watervoorraad het een stuk beter voor elkaar. Na de antenne is het landschap weinig geërodeerd en loop ik voornamelijk op gras. Je zou hier op de grens zowat overal kunnen bivakkeren. 


Verder lopend werd het pokdaliger en wat lastiger om een vlakke plek te vinden. Mooie bospartijen, stammen scheefgetrokken door heersende winden. Ik kwam een man tegen die nog aan zijn overtocht moet beginnen. Toch wel heel erg laat op het seizoen. Hij verwijst naar Refuge Tomy als een mogelijke plek om te overnachten. 


Ik vind een vlakke plek op de graat met een ruim overzicht op de omgeving. Ik hoop alleen dat er geen storm op gaat steken. 

Dag41:
24 september: Banyuls sur mer

 Blij dat ik beslist heb om nog een extra dag in de bergen te blijven en wat meer tijd uit te trekken in Banyuls voor ik terug naar huis ga. 
Daar hebben saaie stukken gezeten in de laatste dagen maar het slot maakt veel goed. In refuge Tomy zit een Spanjaard al aan de drank. Ik wil een foto maken van het interieur maar hij doet er alles aan om op zijn positie te blijven en ik geraak zijn “vesting” niet binnen. 

In de weg beneden toch nog een stuk kurkeik kunnen bemachtigen om mee naar huis te nemen. Het eerst wat ik deed was naar het trein  station lopen en tot mijn verbazing “was het weer van dat”. De SNCF die alweer in staking is. Het is niet de eerste keer dat ik dat tegen kom. Het loket is gesloten en gaat pas morgen om 9.15u open. Daarmee wordt het heel twijfelachtig hoe mijn reis morgen gaat verlopen. Onderweg naar de zee om daar mijn voeten in het water te steken kwam ik ook de man tegen die in Montalba d’Amélie heeft overnacht. Hij was ook druk in de weer om een oplossing te vinden om terug thuis te geraken. Woont in Barcelona en bestelt dan maar een taxi naar Spaanse kant om dan zijn reis verder te zetten; In aanvang had ik het plan om op hotel te gaan maar door het goede weer, de twijfel rond de kostprijs van een ticket naar huis koos ik voor een overnachting op de camping. Met 9,5 euro voor een overnachting spaar ik wel wat centen uit. Ik kom er verrassend opnieuw Tobi tegen die ik op dag 22 ook al was tegengekomen. Loop naar de supermarkt aan de overkant en koop me wat “genot” in de vorm van een broodje, gerookte vis, blok kaas en wat blikken bier. Streng verbod om in het openbaar bier te drinken met het gevaar dat je wordt uitgewezen van de camping. In een stille hoek eet ik een en ander op en trek dan naar het strand waar ik mij langs de waterlijn zet en ruimte maak in mijn hoofd om de indrukken van de voorbije 40 dagen te laten passeren. Je haalt er in het dorpje de mensen die een geslaagde oversteek hebben gemaakt er zo uit wanneer ze ieder op hun manier aan de waterlijn hun ritueel uitvoeren. De avond begint te vallen wanneer ik terug naar de camping vertrek. Met wat strategische gemikte steentjes jaag ik een duif uit de boom die net op mijn tent heeft “gescheten”. Dat hij elders zijn stok zoekt voor 
de nacht. 
  
Dag42:
25 september: Over de ijzeren weg naar huis

Weer veel wakker deze nacht tot ik om 4.14u het idee begon te krijgen om het heft zelf in handen te nemen ipv te wachten op de openingsuren van het station. Wandel tot het station om via de borden inzicht  te krijgen over de opstart van de treinen. Dat is nu het voordeel van de minimale dienstverlening. Ik zie dat de vertrekborden reeds komende ritten aangeven en ik besluit om al een stuk naar het noorden te rijden. Rep me terug naar de camping en begin als een wilde mijn gerief in te pakken. Het duurt even eer ik de automaat door heb en ik een ticket tot Perpignan in mijn handen krijg. Ik schiet het spoor over terwijl de aankomende trein reeds tot stilstand was gekomen. Tot mijn verrassing vind ik in Perpignan automaten voor de grote lijnen en ik slaag erin om een ticket tot Parijs te boeken voor een prijs van 124 euro. Ik ga terug even zitten om dan nog wat te experimenteren met een automaat die tot nu toe voor mij onbekend was. Blijkt dat ik ook een ticket op kan roepen tussen Parijs en Brussel (en daarmee ben ik zeker dat ik vandaag nog thuis geraak. Als alles naar wens verloopt zou ik om 15.47u in Brussel zijn). In het totaal ben ik voor een last minut boeking tussen Perpignan en Brussel 223 euro kwijt. Ongeveer het dubbel van de prijs voor een vroegboeking naar Hendaye.
In de weg naar huis neem ik mijn notieboekje mee naar mijn zitplaats en laat gedurende de reis naar het noorden de eigen gedachten de vrije loop. Af en toe schrijf ik wat neer om dit uiteindelijk verslag wat body te geven. Ik ben ervan overtuigd dat je toch beter van oost naar west loopt. Zeker wanneer je foto’s wil maken. De lage zon in de ochtend verpest het plaatje een beetje en maakt het soms ook moeilijk om het overzicht over de route niet kwijt te geraken. Dat ik toch liever schapenkeutels in mijn tent heb dan koeienvlaaien. Die eerste knikker je er letterlijk uit.
Ik krijg bij aankomst een mail van Willem. Die is vertrouwd met het lopen van mega lange tochten. Zijn eigen reflectie is een perfecte vertaling hoe ik, terugblikkend heel mijn tocht heb ervaren. "Welcome back!  Benieuwd hoe je de veranderingen in gevoel hebt ervaren – de eerste weken in het Baskenland aan het begin van een lang avontuur met onzeker einde, daarna – soms onbewust – volop in de drive waarbij de weken bijna ongemerkt in elkaar overgaan, om dan plots te beseffen dat je reeds aan het laatste deel van de tocht bezig bent."
Het landschap oogde vertrouwd. Ik loop immers al jaren tochten door de Pyreneeën. Wel waren de scherpe kanten er doorheen de tijd wat afgevijld en daarom was de realiteit onderweg soms pittiger dan in de herinnering. Dat waren de ervaringen van het moment. Tegen de achtergrond is er een ander golf die Willem perfect wist te verwoorden.” Dan zijn er de vragen bij het thuis komen: “Hoe was het?” Dan stotteren de woorden. Het is niet uit te leggen omdat het over een persoonlijke beleving gaat. Het is zoals naar een voorstelling gaan. Het zien van een spektakelstuk als “40-45” of het zien van een film met veel plotwendingen en een die beklijft. Hij was “goed” maar vraag niet naar het verhaal. Ga het zelf ondergaan.

De tocht heeft ook iets anders teweeg gebracht. Het meest duidelijk zichtbaar gemaakt wanneer ik mezelf in de spiegel zie. Wanneer ik naar mijn eigen lijf kijk herken ik mij amper terug. Ik heb mij in het deficit gezet qua calorieën en daarbij de eigen vetvoorraad aangesproken en toch nog nooit zo gezond gevoeld. Tussen dag één en dag 41 ben ik 12 kg kwijt geraakt. Dan zit ik bijna op een gewicht van toen ik 18 jaar was. Het is ongelofelijk hoe de menselijk geest het eigen lichaam  kan sturen tot een niveau dat amper te begrijpen is. Op het moment dat ik zit te schrijven aan mijn verslag heeft net iemand een marathon gelopen onder de 2uur.

Enkele nuttige linken:
Gelopen route: (achteraf ingetekend)
GPS kaart:





Reacties

  1. Fijn om jou reisverslag te lezen, ik was weer helemaal in de stemming. Ik heb hem in 2018 gestapt...... 🙂

    BeantwoordenVerwijderen
  2. Eindelijk uitgelezen en van genoten, bedankt Ivo voor de inspiratie

    BeantwoordenVerwijderen

Een reactie posten

Populaire posts