"Sarek op basketsloefkes"

Aanloop tot de tocht en een voorzichtige eerste dag.

Kon ik mijn beloftes waarmaken toen ik een nieuwe uitnodiging uitstuurde om een zoveelste, misschien allerlaatste keer, naar Sarek te gaan met een groepje. Op mijn leeftijd kan er tussen plan en uitvoering vanalles gebeuren.


Een heel gevarieerd gezelschap is het geworden van een bloedverwant in de vorm van mijn dochter Eliene die de vorige keer op de valreep af moest haken omdat haar rug nee zei, tot "nog nooit van gehoord" mensen. Van mensen die na een vluchtige kennismaking een ok kregen tot mensen met wie ik al een wat langere band had en dan valt het moeilijk om nee te zeggen. 


Met het juk van verantwoordelijkheid op de schouders gaf het mij druk in de aanloop naar ons vertrek. Kon ik het maken er, ook voor mij, onbekende routes in te steken om dan even blind als mijn medereizigers onbevangen het onbekende tegemoet te treden? Ik verken immers eerder angstig  en voorzichtig de wereld.
Ik liet na overleg met Joery, een echte wildernis avonturier, tot het laatste moment tal van opties open hoe onze tocht zou lopen. Kwestie genoeg uitgangen te hebben mocht het onderweg anders uitdraaien dan voorzien. Onderweg op dag 4 afscheid moeten nemen van een tochtgenoot. Aan kennis en vaardigheden mankeerde het haar niet maar de tempo's lagen zo ver uit elkaar dat zowel het haperend ritme van ons treintje, samen met de dreiging van het eindpunt niet te halen als een donkere wolk boven mij bleef hangen. Een heel moeilijke beslissing is het geworden. Haar eigen vaardigheden, de wetenschap dat ze ook een inreach droeg hebben het doen kantelen in deze richting. In het andere geval had ik met de hele groep deze uitgang moeten nemen. Een doorsteek van een kleine dag om op de Padjelantaleden te geraken. Verder naar het noorden was geen optie voor haar omdat de bootverbinding met Ritsem tegen die tijd al onderbroken zou zijn. Ze keert dus terug naar Kvikkjokk. Qua voorbereiding wat in de rugzak moet van technisch materiaal en voeding, dat is in tussentijd vrij duidelijk. Wat ik draag aan de voeten als concept krijg ik vrij gemakkelijk verkocht aan de groep en op het eind is het merendeel wel gewonnen voor deze techniek. Gedaan met waadschoenen  en enkelhoge bergschoenen of laarzen om door de nattigheid van sarek te lopen. Gedaan met het tijdverlies bij de schoenwissels wanneer een stroom overgstoken moet worden of de akrobatische toeren die je uit moet halen in een ijdele poging de voeten droog te houden bij een oversteek. Gewoon een paar simpele trailrunners zonder gtx voering aangevuld met een neoprene sok bij dalende temperaturen. 


Daarbij wordt het erg belangrijk dat de voeten tijdens de nacht goed kunnen drogen. De voorspellingen waren redelijk gunstig en ik koos er voor om niet via Parek Sarek binnen te trekken. Via Prinskullen is het een juweel van aanlooproute geworden. De bootman en vrouw waren bij aankomst met de bus al aktief passagiers aan het ronselen voor een oversteek richting Padjelantaleden. We spraken af voor de volgende dag om 8.30u. Wat ik niet wist, was dat kort bij de hut van kvikkjokk een vrij groot grasveld ligt waar we kort bij elkaar, onze tenten kwijt konden.  


In aanvang het idee om op de eerste dag er flink de pees op te leggen om te zien hoe iedereen het conditioneel stelde. Gelukkig dat ik dat niet heb gedaan want het zou een onmogelijke eerste dag zijn geworden om een goede overnachtingsplek te vinden. Ik doe nog een flinke totter toen ik in de boot stapte. Dit verder genegeerd maar tegen het eind van de tocht begonnen de klachten zich toch op te stapelen. De kneuzing op mijn scheenbeen had een stevige bloeduitstorting tot gevolg. Tegen het einde van de tocht werd dit gevolgd door een ontsteking van mijn bloedvaten en samen met twee zeurende knieën had de tocht niet veel langer moeten duren. 


Toen in de klim het begon uit te vlakken gingen we op zoek naar een eerste overnachtingsplek. Hoewel al een deel van het water was verdampt bleek het water in het meertje waar we stonden nog perfect drinkbaar. 



We hielden een eerste kampvuurmoment om iedereen de kans te geven zijn behoeften onder woorden te brengen. We vormden immers een groep die naarmate we ons verder van de bewoonde wereld zouden verwijderen, meer en meer aangewezen werden op elkaar.

Dag 2:

In mijn hoofd zat het idee dat we wel tot Tjuoldavagge zouden geraken maar het werd al snel duidelijk dat dit niet haalbaar ging worden. In eerste instantie zat ik te laag in Vallevagge waardoor het traverseren tegen de steile helling heel moeizaam verliep. 


Er zat niets anders op dan steil omhoog te klimmen tot de plek waar de helling meer uitvlakte om ons dan geleidelijk naar een klein colletje te werken dat toegang gaf tot Ruonasvagge. 


Best aardige route met her en der nog enige plekken voor een kamp. In de afdaling liepen we ons vast op de diepe kloven die uitgesleten waren door de Ruonasgarra. 


Aan de zuidkant was er nog een redelijk vlak stuk waar we vrij verspreid onze tenten konden plaatsten. Een nieuw kampvuurmoment volgde, waar we het vooral hadden hoe de verschillende tempo's op elkaar af te stemmen.

Dag 3:

We voeren eerst een correctie uit richting westen om de overkant van Ruonasvagge te halen. De renvaktarstuga was ons richtpunt toen we onder Ruonas door liepen richting vallei . 


De hut was duidelijk bewoond. Zijn bewoner was op jacht. Af en toe hoorden we een schot. Dode sneeuwhoenders van een eerdere jacht, hingen tegen de buitenkant van de hut en waren vliegen aan het vangen. 


Na het oversteken van de Buojdesjahka ging het pal noordelijk, klimmend langs de linkerflank van de Tjuoldagarssa. 


Het open gebied onder de Tsahtsa gaf mij een gevoel van verlatenheid. Een bijzonder gebied wanneer ik er op terugblik. Tot nu toe een veel moeilijker route dan de route door Njoatsosvagge maar zoveel mooier om door te lopen. 


De meren onder Bulkas zouden we niet halen. Spijtig want daar is een zee van plek op bijna biljart vlakke grasvelden. Het blijft ook van bovenaf gezien een sprekend landschap. Even een dissonantie binnen de groep doordat we wat verspreid in de afdaling zaten en we daardoor elkaar wat uit het oog verloren in de grandiositeit van dit gebied. 


We hadden daarmee alweer een thema voor op het kampvuurmoment. Jef die onvermoeibaar lijkt neemt de taak op van muilezel en biedt ondersteunig in de steile afdaling naar de bodem van de vallei. Uiteindelijk geraakt iedereen beneden en we vinden een relatief vlak terrein langs de rivier die door Njoatsovagge stroomt. Waar na wat zoeken iedereen een plek vindt om zijn tent op te stellen. 


Ik slaap niet goed. Er moet een beslissing worden genomen hoe de tocht verder moet verlopen. Dit gegeven hangt als een wolk boven mijn hoofd.  Ik vrees dat we door de vertragingen het eindpunt niet gaan halen en we genoodzaakt zijn de route compleet om te gooien. Een klim naar Luohttolahko had ik al veel eerder van het programma geschrapt. Ook al zouden we op het schema hebben gezeten, het weer zouden we niet mee hebben boven op het plateau

Dag 4:


Ik neem een beslissing en spreek Veerle aan. Een emotioneel moment voor ons beiden en voor de andere groepsleden wanneer we afscheid nemen en zij op zichzelf een doorsteek maakt naar de Padjelantaleden. 

Ze keert terug naar Kvikkjokk. 

Sarvesvagge is geen moeilijke vallei om door te lopen. Ons eindpunt ligt niet gans vast. Ergens voor de klim naar Niejdariehpvagge begint. Op het moment dat we moe genoeg zijn om er voor vandaag een eind aan te breien. 


Het is dan wat zoeken naar een gemiddelde waar alle groepsleden zich in kunnen vinden.

Dag 5:


Het is nat en koud wanneer we de doorsteek maken naar Alggavagge. Een groot sneeuwveld voor de col maakt dat we een deel van de puinhelling kunnen vermijden. 


De wind waait ongenadig en trekt de warmte uit ons lijf. We houden heel korte pauzes en willen zo snel mogelijk naar de bodem van de


vallei om wat later op de dag onze tenten op te zetten aan de noordkant van de rivier. Jef doet nog een uitstap naar de Ahkajiegrja.


Dag 6:



We steken de Guohperjahka over wat verder in Guohpervagge. De stroom is daar breder waardoor de kracht van de stroming laag blijft.


De noodhut is een dankbare plek om beschut onze middaglunch op te eten. Het kost wat moeite om de plek te verlaten. Door zompig veengebied gaat het richting Bierikjavrre. 


De Tjagnarisjagasj maakt het ons deze keer niet al te moeilijk. We vinden na wat zoeken een goed grasveld met uitzicht over het groenblauwe meer en kort bij de route die naar Basstavagge leidt


Dag 7:

Onbekende gronden zouden het worden, ook voor mij. Deze route rondom de Ahpar stond al lang op mijn programma. Een koppel dat we gisteren op de hielen zaten komen we opnieuw tegen. Hun bestemming is Rinim. Ze hebben daar een boot besproken. Lopend, hoog boven het melkwitte water geeft een ruimtelijk zicht op de omgeving. 


Naarmate we korter bij de waterscheiding komen wordt het landschap alsmaar mooier. 


We voelen de kracht die water uit kan oefenen en de ravage die het aan kan richten op zijn omgeving. De stromen smeltwater van de gletsjers die we over moeten maken het spannend maar oh verrassing her en der liggen er mooie grasrijke velden voor een perfect bivak. 


In de afdaling, voorbij het hoogse punt, besluiten we vrij vlug om Lulep Bassjajahka over te steken voor het debiet te krachtig wordt. De omgeving van onze bivakplek was niet zo heel bijzonder maar na een dag vol van indrukken is het hebben van een rustpunt het belangrijkst.


Dag 8:

Jef neemt voorsprong om Brecht op te pikken. Hij koos gisteren voor een rustdag en zou via een doorsteek ons opwachten in de buurt van de Renvakstuga om daar samen de doorsteek te maken naar de overkant. 


De rugzakken van beide heren hadden we snel gevonden maar de heren leken weinig aanstalte te maken om mee aan te sluiten. Hun dramatisch bericht dat ze op zoek zijn geweest naar een goede oversteekplaats maar telkens botsten op te diep water om over te steken. 


De kunst is om de stromende rivier goed te lezen. In een mum van tijd stonden we aan de overkant. Na de brug hadden we nog een stevige dag voor de boeg om het heuveltje te vinden onder de col tussen Gahppo en Vuovres. 


Ik kom er graag. Een mooie plek die lang in de zon blijft liggen om gepast afscheid te nemen van Sarek. Jef die zijn zinnen had gezet om nog naar de Slugga te gaan bergt zijn plan op tot morgenvroeg. 


Wij zouden op hem wachten om dan samen in de buurt van de Rasek voor de laatste keer onze tenten op te slaan. Ik geef hem voor de zekerheid mijn inreach mee.

Dag 9:

Een wat ontredderde Jef komt ons kamp binnen. Deze morgen was het bij zijn vertrek mistig. Op zijn gevoel zet hij zijn koers uit en begint te klimmen. Sneller dan voorzien bereikt hij een steenman. Onmogelijk dat dit Slugga is. Hij zet zijn GPS op en merkt dat hij op de Gahppo staat. Daar komt hij tot de conclusie dat zijn GPS toestel ieder moment uit kan vallen en hij zijn reservebatterijen niet bij heeft. Op gevoel zet hij een route uit naar de col aan de zuidkant van Gahppo maar in dichte mist is hij al snel zijn gevoel van richting kwijt. Hij gebruikt de SOS knop van de Inreach in de hoop dat ze hem aan de andere kant op de goede weg kunnen zetten. Die over en weer berichten, daar kruipt veel tijd in. Stilzittend in mist en regen krijgt hij het koud en besluit terug te bewegen. In de buurt van een beekje daalt hij verder af tot hij als bij wonder onze tenten op ziet doemen in de mist. Hij vervloekt zz voor de beginnersfouten zijn gps en kompas niet in orde te hebben.


We zijn blij wanneer we in de namiddag uiteindelijk onze bivakplek bereiken. Een klein vlak grasveldje in de buurt van een beekje. De weg ernaar toe ging gepaard met wat ruis binnen de groep over wie nu de leiding heeft in deze dikke mist waar ook nog eens wat extra nattigheid uit viel. 


Dan was er ook een GPS die niet goed gekallibreerd was waardoor hij het noorden kwijt was en ons een rondje heeft doen lopen. Uiteindelijk leidt Brecht ons naar het vooraf aangeprikt punt. Iedereen duikt in zijn tent met de hoop om terug op temperatuur te geraken.

Dag 10:

Als het open weer blijft klimmen we met enkelen naar de Rasek alvorens af te dalen. Het is echter een komen en gaan van wolken waarachter Rasek zich blijft verschuilen zodat we uiteindelijk beslisten om af te dalen naar Saltoluokta. 


Alleen Jef besluit om er nog een extra tochtje aan te breien om wat later op de dag aan te sluiten bij het avondmaal in saltoluokta. Hij kijkt uit naar een goede matras daar in tussentijd, sinds zijn vertrek, alsmaar meer banden van zijn neoair door delaminatie zijn gesprongen en hij eerder met een ballon dan met een mat onderweg is. 


Buiten nog wat schermutselingen met de plaatselijke vegetatie net voor we de hut bereiken, loopt de afdaling zonder noemenswaardige problemen. Tevreden dat we de laatste afdaling in konden zetten met zicht op het meer. 


'sAvonds na een grondige reiniging en aanvullende sauna vullen we ons systeem met massaal veel eten (en ook enkele schreeuwend dure glazen bier).

Dag 11/12:

Jef en Sus besluiten, los van elkaar nog een keer de beschaving achter zich te laten en klimmen terug de berg op voor nog een extra overnachting 'in het wild'. De rest brengt de overblijvende dagen lanterfantend door. Het duurt allemaal uiteindelijk nog langer dan gedacht wanneer we bericht krijgen dat door overvloedige regens zuidelijk van Lulea sporen zijn weggespoeld en de nachttrein niet meer zal rijden. 
We breien er nog een extra overnachting aan die deels gecompenseerd gaat worden door de spoormaatschappij en boeken een ochtendvlucht vanaf de luchthaven van Gallivarre zodat we nog dezelfde dag thuis kunnen zijn.

Dag 13:

Wat ben ik blij dat ik terug kan bewegen wanneer we samen naar de boot lopen die ons naar de overkant gaat brengen. Vandaar met de bus naar Gallivarre waar we na het binnenwerken van een pizza ons naar de luchthaven laten voeren. We zetten onze tenten op naast de parking.


Dag 14:

Stijlvroeg maakt het vliegtuig zich los van het tarmac en met een korte tussenlanding in Kramsfort waar enkelen uitstappen en anderen opstappen gaat het richting Arlanda waar we tegen de middag onze vlucht naar Brussel kunnen nemen. Ik had mij voorgenomen dat dit mijn laatste herfsttocht in Sarek zou worden maar nog voor ik thuis zou zijn was ik daar toch niet zo zeker van. 


Nawoord:

Ik had komende zomer een nieuwe oversteek gepland in de Pyreneeën maar nu van oost naar west. De laatste dagen van deze tocht toch wat last van pijnlijke knieën. De bloeduitstoring in mijn rechterbeen bij het instappen in het bootje heeft voor een ontsteking van mijn aders gezorgd. Het heeft eenmaal thuis nog minstens 14 dagen geduurd eer de klachten zo goed als voorbij waren. De accepatie van dit gegeven dat er sleet lijkt te komen op dit lijf was niet evident. Een somber gevoel nam mij in de greep. De angst voor het getal 65 (jaar) en het feit dat een mens niet eeuwig jong gaat blijven. Ga ik het kunnen accepteren? Nu de kans groot is dat ik de HRP (in zijn geheel) niet meer ga (kan) lopen komt er ruimte vrij. 


Daar zijn tal van routes in Sarek die ik niet gelopen heb en met de positieve ervaring van dit jaar dat er nog zoveel moois te beleven valt, blijft de deur alvast op een kier.


Een mix van foto's van mezelf , Eliene Vanmontfort 
en Kevin Possemiers    Northern Hikes



Reacties

Populaire posts