Sarek: Winter 2022

De ski’s hebben twee jaar in de hoek van onze slaapkamer gestaan. Toen in maart 2020 een corona golf Europa overspoelde hebben we ons nog mogen reppen om een van de laatste vliegtuigen te halen voor de wereld even op slot ging en was het gedaan met het maken van plannen. Zo ging ook 2021 voorbij. Daar bleef tegen de achtergrond de accidenten tocht van 2019 roepen om voltooiing. 

Aanloop:
Wat automatisch boekte ik opnieuw mijn verlof. Twee dagen heen, twee dagen terug en daartussen tien dagen skieen. Ik zou onderweg wel zien of Alggavagge en Sarvesvagge erbij gepakt kunnen worden. Daar zat genoeg marge maar tegelijk onderhuids ook de vrees dat ik dan wel heel lang van een hut af zou zijn en ondanks alle maatregelen mijn slaapzak wel eens snel iets van zijn loft zou beginnen verliezen. Een aankoop heb ik op de laatste minuut gedaan. Een lichtgewicht stoffer en blik. Net geen euro. Nu kan er tenminste echt geveegd worden dan dat amateuristische gedoe met een washandje dat op de duur gewoon een klomp bevroren katoen werd.Als vanouds alle eten in de handbagage en dan de ski’s en pulka inleveren. Lang moeten zoeken op hun site maar de ski’s mochten nog steeds gratis mee. Jaren is het goed gegaan maar deze keer vroeg de juffrouw aan de desk;”Wat is dit?” wijzend naar mijn blauwe pulka. Nu werd het plots een ander verhaal en viel mijn bak voor haar onder de categorie “bijzondere bagage”. Ik pruttelde nog wat tegen, verwijzend dat het 5jaar anders was gelopen. De juffrouw vroeg een collega om ook eens te komen kijken. “Dat is toch zeker bijzondere bagage? De collega bevestigde, daarvoor zijn het collega’s. Gelijk 160 euro extra op moeten hoesten. Dan ook maar de terugvlucht in regel gebracht. Voor de rest de gewone geplogenheden tussen de landing van het vliegtuig en het vertrek de nachttrein. De blik op oneindig en het verstand op nul de mensen gade geslagen. Met trage tred naar de buitensportzaak voor mijn gas. Wat rondgelopen in de shop. De ganse bovenverdieping wordt grotendeels gevuld met ski uitrustingen als seizoensartikel. Dan rondgehangen in de stationshal. 

Toch minder mensen met skiuitrusting dan gedacht. Nog een bak eten opgehaald in de Coop die ik in twee gangen verorberde. Onze coupé zat goed vol. Verkoos om als eerste me te verplaatsen naar de nok om mijn bed op te zoeken. Een fransman moet er in Murjek uit. Ze komen niet wekken hoor ik door de luidspreker. 

Dag 1:
Verrast dat er in Gallivare geen grote bus meer staat maar een klein busje met aanhanger. 
Zette me op de achterbank om onderweg, tegen het einde me in winteruitrusting te kunnen zetten. Bij het uitstappen uitzicht op het blote achterwerk van een dame. Haar blaas moet wel heel gespannen hebben gestaan dat er geen gene was. Gelijk het nadeel van dat kleine busje zonder WC terwijl het toch nog een heel eind reizen is. Heel wat mensen waren getuige van dit schouwspel. Maar al heeft iedereen het gezien, gekeken werd er niet. De sneeuwscooter stoof mij voorbij terwijl ik nog bezig was met het in orde brengen van mijn uitrusting. Saltoluokta gaf een eerder verlaten aanblik. Ik hees me de berg op. De rechte weg richting Pietsaure lang en eentonig. De wind begon hoorbaarder te blazen. Gelijk de confrontatie met de werkelijkheid en het onvoorspelbare van mijn avontuur. Een groep sneeuwscooters terug naar hun warme huis. Iedereen stak zijn hand op. Licht déjà vue gevoel bij het verankeren van de tent. De verlatenheid voelt wat benauwd aan. 
Prepareer mijn avondeten. De kamp routine, of het nu bij het opzetten of afbreken van het kamp is, altijd met een lichte tegenzin. De overgangsfase voor het eigenlijke werk. Het ene kan niet zonder het andere. 

Dag 2:
Zo goed als windstil wanneer ik in volmaakte rust de oversteek van het meer maak. De stilte die er hing, we kennen dat thuis niet. Met dezelfde zorgeloosheid rond ik Slugga waarvan ik dacht in de goede richting te zitten. Slugga bleef uit beeld, afgeschermd door een heuvelrug tot ik mij begon te realiseren dat landschappelijk een en ander niet leek te kloppen. Ontwaak uit de droom en haal er de gps bij. Na een uurtje had ik mij wel op het goede spoor gezet. De vallei waar ik door liep herkende ik van de vorige keer. Rechts van mij de palen die het national parc afgrenzen. Een stuk in de namiddag gaf ik er de brui aan en zette mijn tent op. Een eerder anoniem plek in het valleitje. 

Ook nu toch weer onder een flinke wind de tent opgezet. Net als de vorige nacht toch flink wat ijsopbouw langs de binnenkant hoewel ik met de binnentent open sliep. De tweede keer op rij dat het opstellen met de nodige aandacht moest gebeuren maar dat in de nacht, de wind compleet weg viel. Ik probeerde zo gedisciplineerd mogelijk mijn adem ver van de tijk te houden maar moest constateren dat er telkens ijs van bevroren waterdamp neer sloeg. Boeiend dat ook anderen dit heeft aangezet om te fantaseren over mondmaskers om een en ander af te leiden maar nog nooit heb ik ergens een goede oplossing gelezen over deze gedachte oefening.

Dag 3:
De volgende dag zette ik mijn weg verder doorheen de vallei mij afvragend waar die ski sporen plots vandaan kwamen. Een gedachte die achteloos naar boven kwam maar geen enkele bel deed rinkelen. Ook nu werd de droom verstoord toen ik terug oog in oog kwam staan met Slugga. Het moet ergens in de vorige eeuw zijn geweest op een tocht in de Cevennen dat ik hetzelfde was tegengekomen. Gewoon de weg terug aan het lopen geweest. Gelukkig had ik wel het verstand om niet terug de vallei in te trekken maar zette me hoger op de flank met een goed zicht op Slugga. Veel gemakkelijker terrein. Ik kwam bij de hut die ik kende van eerdere tochten. Ik ga de lezer gerust stellen. De daaropvolgende dagen waren er geen route conflicten meer. Bij het uitzien naar een plek voor een bivak kwam ik een man tegen zonder rugzak. Hij deed een daguitstap. Hij en zijn maat hadden verderop hun tent staan. Bekloeg zich ook veel moeite gehad te hebben met het opzetten van de tent. 
In mijn achterhoofd begon de ongerustheid toe te nemen dat het misschien toch niet zo’n goed idee zou zijn Alggavagge in te trekken. Verder van de bewoonde wereld, het snel en onvoorspelbaar wisselen van de weersomstandigheden, het verder aandampen van de slaapzak...Toen de beslissing eenmaal genomen kon ik ze ook los laten en viel er wat druk weg. 

Dag 4:
Stak Bierikjavrre over en daalde verder af tot de jonge Rapalen. Het laatste stuk te voet. De helling was mij iets te stijl. Ik was hier eerder geweest maar toen was het weer erg somber en het zicht niet zo goed. Nu was het volle bak zon en was het windstil. Het waren heerlijke kilometers tot ik ergens besliste dat het goed genoeg was voor vandaag.

Dag 5:
Vandaag heb ik halt gehouden met zicht op het drietal: Nammasj,Skierffe en Tjahkelij. Het is een gevarieerde dag geworden waar er geïmproviseerd moest worden er er niet altijd sporen waren. Geregeld de rivier of zijn zijarmen over moeten steken via sneeuwbruggen en wanneer over de rivier zelf te link, moest het door de bosjes op zijn oever. De rivier heeft bij het ronden van Laddebakte wat meer verval en daardoor wat “onstuimiger”. Maakt gaten in het ijs. Mijn slaapzak die ik luchtig bovenop de pulka had gebonden kreeg het samen met zijn maker benauwd. Al die schurende takken over de delicate tijk…zodat ik toch maar beslist heb hem in zijn hoes te steken.Vanwaar ik stond leek de Nammasj binnen handbereik en ik achtte het zelfs mogelijk om nog voorbij Aktse te geraken. 
Daar waar de afdaling naar Sitojaure kon beginnen. Ik heb me daarin vergist. De zachte temperaturen door de dag met het vriezen tijdens de nacht maakt dat de ondergrond erg verijzeld was en afhankelijk van het moment in de dag, de sneeuw niet meer genoeg draagkracht had. Zette mijn tent in het bos, een paar honderd meter voorbij de aanlegsteiger van de boten. Een beetje armetierige plek waar het mij veel tijd heeft gekost om de ondergrond enigszins aan te stampen voor een stabiel platform. Het was al enkele dagen windstil zodat ik voor het gemak enkel de punten van het grondzeil verankerde. 

Dag 6:
In volle zon de berg op maar achter het vel de twijfel hoe ik de daaropvolgende dagen door zou maken. De laatste voorspellingen die ik door kreeg beginnen ongunstig te evolueren. Er staat een storm aan te komen met neerslag en zachte temperaturen. Ga ik nog eens voor de oversteek van Sitojaure in NW richting om dan via Slugga naar Saltoluokta te gaan of blijf ik op de Kungsleden? Die laatste optie maakt dat ik met een overschot aan dagen zou zitten. iets waar ik niet naar uit zat te kijken. Het was pas in de namiddag dat ik de optie overwoog om binnen te slapen om zo even verlost te zijn van de kamp routine en het gevecht met de koude. Mijn voeten waren toch al flink gehavend (vermoedelijk door het schuren van de naden van mijn VBL sokken over mijn tenen. Daarnaast voelde al mijn vingertoppen enigszins voos aan. Ik zou dan ook de tentstokken droog kunnen maken want de laatste dagen moest ik meer en meer met mijn warme adem de stokken ontdooien op de koppelpunten. Beetje eigen schuld. Had ik ze op voorhand ingevet met vaseline oid dan zou dat de problemen voor een deel verholpen hebben. 
De shelter Svijnne was open. Hier zou ik de nacht doorbrengen. Stuurde opnieuw een bericht naar huis voor de laatste weersvoorspelling. De optie was genomen. ik zou morgen richting Rinim trekken of voor een dagtocht of ik zet mijn weg verder.

Dag 7:
Onderweg richting Rinim kreeg ik bericht dat mij uiteindelijk verlost van alle twijfels. Het ging wel echt de verkeerde kant uit met het weer. Zowel op vrijdag maar zeker op zaterdag. Tegen de middag maakte ik daarom rechtsomkeer en keerde terug naar de hut.
De GPS is toch nog van pas gekomen om in dit gemixt gebied mijn weg terug te vinden naar de shelter. Het zouden dus een paar slappe dagen worden. In principe kan ik op een dag Saltoluokta bereiken. We zien wel wat we gaan doen. Ik breng nog één nacht door in de shelter die vrij comfortabel is.

Dag 8:
Bij het oversteken van Sitojaure kom ik een vrouw tegen met pulka en een groot vierkant pak. Lijkt bij nader toezien een kitesurfer te zijn. Het moet mooi zijn om op deze meren snelheid te kunnen maken. De huttenwaard van Sitojaure is buiten en gaat haar watervoorraad aanvullen uit een boorgat op het meer. Ze roept me iets toe. Ski haar tegemoet. Ze vraagt wat mijn plan is en waarschuwt voor de opkomende storm tegen de middag. Na een paar uur zou hij terug wat  gaan luwen. Ik vertel haar dat ik door ga tot Autsutjvagge en daar wel beslis of ik door ga. Pols ook hoe het er in de wereld aan toe gaat nu er oorlog is uitgebroken. Het is toch een thema dat me dagelijks heeft bezig gehouden en zelfs voor ongemak heeft gezorgd. Ze hebben daar andere katten te geselen dan ik. Of het druk was in de hut? Vandaag zou ze een groep van 18 personen verwachten maar ze is er niet zeker van of ze zullen komen daar ze dan voor 2 dagen vast gaan zitten waarmee ze aangaf dat het op zaterdag onmogelijk is om buiten te komen omwille van de storm. Ik heb er dan maar de zweep opgelegd voor mezelf en een kleine drie uur later was ik aan de shelter. 

De laatste kilometer was de wind al in kracht toegenomen en sloeg de stuifsneeuw mij om de oren. Tegelijk kwam ik een groepje tegen, vermoedelijk de groep die wordt verwacht bij Sitojaure. Ik heb met hun te doen, ze zullen nog verschillende uren worden gegeseld door de wind. Pal in het gezicht. Het lijkt een “ieder voor zich” verhaal daar er toch flink wat gaten zaten tussen de eerste en de laatste in de rij. De bank is wat te smal om er gemakkelijk op te slapen en na nog eens goed de vloer geveegd te hebben zocht ik tegen 18u mijn warme slaapzak op. 
Na een inspectie in de loop van de namiddag had ik mij voorgenomen om ondanks het weer de WC te gebruiken kwestie de omgeving proper te houden. In de nacht jaagt de wind terug aan. Het gekletter van de skistokken aan een haakje tegen de buitenmuur als referentie. Een 500 ml brikverpakking uit de trein gebruikte ik als plasfles om niet de tent uit te moeten. Hier zou ik hetzelfde doen om niet gelijk rond de hut alles geel te kleuren. (Blijkbaar een grapje bij het basiskamp op de everest aan de toeristen.”We hebben speciaal voor u de sneeuw een kleurtje gegeven”. Ik werd verrast toen ik de deur opende. Door de kracht van de wind sloeg ze gans open. Mijn ski’s stonden nog goed maar ik miste een skistok net als mijn hoofdlampje dat door de schermutseling met de deur van mijn hoofd was gewaaid. Gelukkig dat het een fluoriserend rand heeft zodat ik het enkele meters verder op kon halen. Als ik de stok  al terug zou vinden, dan is dat iets voor morgen. Hoewel het nooit echt donker wordt, geen zin om nu beginnen zoeken.Ik giet snel mijn brikverpakking leeg terwijl de urinedruppels zich vermengen met de voorbijrazende stuifsneeuw. Daar gingen mijn goede voornemen. De wind kwam nu pal uit het oosten. 

Dag 9:
Het ochtendlijke bezoek aan de toiletten heb ik moeten staken. Ik werd gewoon omver geblazen eenmaal ik mij uit de luwte van de hut begaf. Mijn stok vond ik wel terug en kroop opgelucht opnieuw in mijn slaapzak. Later draait de wind naar het westen en begint het te dooien. 
Zichtbaar als in een versnelde film zie ik dat er in de loop van de dag gaten beginnen vallen in de met sneeuw bedekte heuvels en wordt de ondergrond zichtbaar. Het is een lange dag geworden waarbij ik geregeld mijn verstand in een winterslaap bracht. Dan weer wat regels op papier zet. In de namiddag deed ik nog een poging om te vertrekken maar merk al snel dat dit geen optie is. Breng het thuisfront op de hoogte dat ik vandaag ter plaatse blijf.

Dag 10:
Er resten mij nog 8 luttele kilometers en daar wacht een douche. Stuifsneeuw zoekt het kleinste gaatje op om zijn weg te vinden. Dat doen ook de geuren die opstijgen vanaf een mens die 10 dagen geen zeep heeft gevoeld. Ik boek twee nachten binnen. Compleet met diner en ontbijt. Ik ga ervan genieten. Ook nu weer klinken die zinnen wrang tegen het verhaal wat elders in het oosten wordt geschreven.

Dag 11:
Ik gebruik de dag om wat ruimte vrij te maken in mijn hoofd. Om na te denken over enkele persoonlijke thema’s en ze aan het papier toe te vertrouwen. De reis die ik de voorbije dagen heb gelopen. De reis binnen dit leven en de gebeurtenissen onderweg. Het idee dat het zelfbeschikkingsrecht, de keuze die iemand heeft hoe zijn leven vorm wordt gegeven overgewaardeerd wordt. 
Het veel meer te maken heeft met je omstandigheden en toevallige ontmoetingen, geluk of pech. Ik denk dat dat grotendeels waar is. Dat heeft deze tocht ook duidelijk gemaakt.

Reacties

Populaire posts